In het tweede boek van ‘Secret Scouts’ trekken Sophie, Lisa, Jack en Tom opnieuw naar het verleden. Een eerste eenvoudig uitstapje terug in de tijd om leuke oude foto’s van het dorp te maken, loopt uit op een heus nieuw avontuur. Want wat blijkt? Ze zijn niet de enigen die gebruik maken van de geheime kamer om naar het verleden te vertrekken.
Al snel wordt duidelijk dat oom Hans, de vriend van hun vader die in Parijs woont, ook de knepen van het vak kent. Tijdens een vorige tijdreis van Hans is er iets grondig mis gegaan. Een donkerkleurige jonge man is vanuit Indonesië weggeflitst naar een andere tijdsperiode. Het gaat om niemand minder dan de toekomstige president Obama.
Gelukkig kon Hans de vermiste man dankzij een schilderij lokaliseren aan het hof van Keizer Karel V. Hij moet hem terug halen, zodat de geschiedenis niet gewijzigd wordt. Een moeilijke opdracht vol gevaren en alweer bijzonder spannend.
Het complexe spel van verleden en toekomst is niet altijd makkelijk te volgen. Wat nu al verleden is – het presidentschap van Obama – is in het verhaal nog toekomst. Wanneer hij in 1963 Martin Luther King ontmoet is zijn presidentschap nog een verre toekomstdroom. En tijdens de korte periode dat Obama naar de zestiende eeuw geflitst werd, wordt hij even gewist uit onze tijd.