Wanneer Lotte intrekt in het appartement van haar oma vindt ze daar bij het opruimen drie vergeelde brieven. Die werden door een zekere Kasper tijdens de Tweede Wereldoorlog aan haar oma Esther gestuurd. Na wat aandringen vertelt oma aan Lotte het verhaal over Kasper, en haar broer Herschel vult dat verhaal later aan met wat hij nog van de romance tussen Esther en Kasper weet. Hun romance was helaas geen lang leven gegund: Kasper was lid van de Hitler Jugend en Esther was van Joodse afkomst. Van zodra in Duitsland de anti-Joodse wetten werden afgekondigd, maakte Kasper door de ‘omstandigheden’ een einde aan hun relatie. Dat gebeurde bij middel van de tweede brief.
Maar vooral de laatste brief eindigt abrupt, en laat Lotte met veel vragen achter. Daar kunnen oma en haar broer haar helaas niets over vertellen. Er zit dus niets anders op dan zelf op onderzoek uit te gaan. Vastbesloten trekt Lotte naar het dorp waar Esther en Kasper woonden, in de hoop daar een aanwijzing te vinden over wat er met Kasper of zijn beste vriend Rainer is gebeurd. Maar eenmaal in Idar-Oberstein aangekomen, draait de reis al snel op een teleurstelling uit. Waar ze ook aanklopt voor informatie, overal wordt ze snel maar kordaat de deur gewezen. Al snel stelt Lotte haar eigen impulsiviteit en het nut van de reis in vraag.
Maar dan komt Lotte door een ongelukkige val op het kabinet van dokter Probst terecht. Die Rainer Probst blijkt, zoals Lotte al had gehoopt, nog verre familie van Kaspers beste vriend te zijn. Bovendien lijkt hij echt geïnteresseerd in Lottes zoektocht, en ook wel in haar… Hij kan haar na enig zoekwerk ook vertellen wat er met Kasper tijdens en na de oorlog is gebeurd. n