Ik lees dit prentenboek van Françoise Beck, met tekst van Herman van de Wijdeven, in de donkere weken voor kerst. Dat treft, want Maurice de krokodil is op zijn manier op zoek naar een herberg.
Maurice is alleen in pagina’s vol blauw en wind. De andere dieren vliegen naar hun nest en trekken naar hun hol. Maurice zoekt ook bescherming. Maar helaas, alles is vol. De storm dikt aan. De pagina’s worden blauwer – door de regen, maar evengoed door Maurices tranen en verdriet. Diep in de bruine aarde woont mol. Als enige ziet hij het verschil tussen regen en tranen. Hij maakt plaats, breidt uit, vangt op. De storm gaat liggen. Maurice vindt een herberg, en een vriend.
De illustraties van dit boek drijven enerzijds op het contrast tussen blauw, wit en bruin, en anderzijds op de krachtige gelaatsuitdrukkingen van Maurice en Mol. De cadans van het rijm in de tekst (‘vlieg naar je nest, duik in je hol, ik zoek een plekje, maar hier is het vol’) maakt dit verder een prima voorleesboek om gesprekken over eenzaamheid en menslievendheid aan te knopen.
Eline Zenner