Elk nieuw ‘muizenboek’ van Torben Kuhlmann is een wonderlijk avontuur. Dat je meteen in de muizenwereld verdwijnt, ligt op de eerste plaats aan de schitterende tekeningen. Die zijn zo gedetailleerd en zo ‘realistisch’ dat je wel moét geloven in de fantastische avonturen van de dappere muizen. Bovendien dwingen de prenten je om aandachtig te kijken en als het ware weg te duiken in die fascinerende wereld.
Het verhaal begint met het bezoek van een veldmuis aan een woelmuis onder de grond. Je kijkt vol bewondering naar de stellage van de woelmuizen die het hen mogelijk maakt de reusachtige wortels zomaar uit het plafond te plukken. Op de volgende prent duik je pas helemaal in de ondergrondse muizenwereld, wanneer de illustrator inzoomt op de werkplaats van de uitvinder-woelmuis, vol wonderlijke tekeningen, radertjes en toestellen. De veldmuis brengt een verse lading mensenspullen en daarin steekt dit keer een wonderlijk papiertje (een postzegel) met daarop de kop van een reusachtige kat. Meteen is de nieuwsgierigheid van de kleine uitvinder gewekt. Die wordt immers gedreven door een onstuitbare drang naar kennis en avontuur. Hij komt te weten dat de reuzenkat in Afrika woont en dankzij het ontwerp van een muis uit een vliegend muizencircus bouwt hij een vliegtuig waarmee hij naar Afrika en dan verder de wereld rond wil vliegen. Of de dappere muis het gehaald heeft – anders dan zijn grote voorbeeld Amelia Earhart, een vrouwelijke pionier van de luchtvaart, die in mysterieuze omstandigheden verdween – dat moet je zelf ontdekken in het boek.
Bijzonder aan de opbouw van het boek zijn de sprongen in het verhaal die door illustraties worden opgevuld. Je moet dus beide met aandacht ‘lezen’ om het verhaal helemaal te kunnen volgen. Hiermee zorgt Kuhlmann op een bijzondere manier voor extra spanning. Het fragment waarin de woelmuis zich in uiterste concentratie een weg baant door een berg schroot eindigt met ‘Daardoor merkte ze niet dat ze werd gevolgd…’ Het volgende hoofdstuk begint met ‘De kleine woelmuis kromp ineen. Haar pieperige kreet ging verloren tussen …’ Tussen beide passages kwam een illustratie over een dubbele pagina, met de kleine muis op de voorgrond en een grote wasbeer op de achtergrond, die hem van boven op een stapel dozen ongemerkt besluipt.
Die indrukwekkende prent is een demonstratie van Kuhlmanns meesterlijke beheersing van perspectief en kleurgebruik. De bruine sepia tinten primeren in het hele boek, waardoor veel illustraties op oude prentkaarten lijken. Maar het zijn vooral de camerastandpunten en perspectieven die je als het ware de prenten in zuigen. Je kijkt mee vanuit vogelperspectief in de werkplaats van de woelmuis die zijn vliegtuig aan het bouwen is, je deelt zijn enthousiasme bij zijn eerste vlucht, je vliegt mee boven New York en de Afrikaanse woestijn. Beleef aan den lijve de spanning bij de close-up van de muis en de leeuw of bij de tyfoon, wanneer de muis met zijn vliegtuig naar de bliksem toegezogen lijkt te worden.
Earhart is zonder meer opnieuw een indrukwekkend kunstwerk. De vrij lange tekst met nogal wat volzinnen vraagt wel wat leeservaring. Maar ook jonge kinderen raken in de ban van de prenten, waarbij je het verhaal in je eigen woorden kunt vertellen.
Jan Van Coillie