Bij het tweede deel van een succesreeks zijn de verwachtingen altijd hoog gespannen. Hoe zou het verder gaan met Ida en de andere kinderen uit de bijzondere klas van mevrouw Cornfield. Wie zal er dit keer een dier krijgen uit de magische dierenwinkel, zo’n dier dat precies bij jou past en je dierbaarste vriend en toeverlaat wordt voor de rest van je leven?
Zonder twijfel verklaren vooral die magische dieren het succes van deze reeks. Welke jonge lezer zou niet over zo’n onafscheidelijke vriend willen beschikken die de volwassenen niet kunnen zien, die je goede raad geeft als je die nodig hebt en het altijd voor jou opneemt als je het moeilijk krijgt? De dieren zorgen ook voor een portie spanning, want ze vormen een geheim dat niemand uit de klas mag verder vertellen. In dit boek loopt dit bijna fout, want Ida kan haar geheim niet stilhouden voor haar beste vriendin Miriam. Daardoor dreigt ze haar eigen vos Rabat kwijt te spelen, maar gelukkig loopt alles toch nog goed af.
Deze hoofdlijn van het verhaal is nogal mager, maar erger is het gesteld met de extra spanningsdraad. Rondom de school worden elke nacht kuilen gegraven, die een gevaar vormen voor de kinderen en hun dieren en waardoor op de duur zelfs de school dreigt in te storten. Uiteindelijk blijkt een groep bejaarde mannen, waaronder de ‘brute’ opa van Choco, daarachter te zitten. Ze zijn op zoek naar de medaille van een concurrent die de jaloerse opa Theodoor daar ooit begraven heeft. Het is allemaal wel erg vergezocht en weinig geloofwaardig. Ook opa’s berouw en bekentenis komen flauw uit de verf. Ten slotte is er nog de toneelopvoering met de klas die de andere verhaaldraden zo’n beetje moet samen houden, maar ook hier steekt weinig verrassends in: natuurlijk krijgt de verlegen Anna-Lena de hoofdrol en niet de dominante, vervelende Helene. En hoe nog net voor de voorstelling de bende bejaarden betrapt wordt, is zwak in het verhaal ingebed.
Zoals wel vaker ontgoochelt het tweede deel van een populaire reeks doordat de succesformule wordt uitgemolken in een zwakke plot. Maar dat zal veel fervente serielezers een zorg zijn. Zij zullen allicht blijven smullen van de herkenbare personages, de wensvervullende magische dieren en de gemakkelijke behapbare spanningsopbouw, al kan het grote aantal personages het voor minder geoefende lezers wel wat lastiger maken.
Op het einde vind meneer Morrison van de magische dierenwinkel in Parijs de poes Van Karajan en kondigt een nieuw deel zich aan. Je krijgt zelfs al een voorproefje. Hopelijk is dat deel sterker uitgebouwd.
Jan Van Coillie