Het boek speelt in de verre toekomst, in het jaar 2317. Nederland zoals het nu is bestaat allang niet meer, want het water is gestegen en er zijn nieuwe grenzen. In zeeland hout alleen het eiland Walcheren nog stand en Den Haag is een drijvende stad geworden. Door een reusachtige storm lijkt ook Walcheren ten onder te zullen gaan. Een duin bij het Nollestrand begeeft het en Walcheren overstroomt. Gelukkig is de redding nabij, dankzij het almachtige bedrijf Algas. Nadat de rust is weergekeerd, blijkt de prijs die Algas vraagt torenhoog. De kinderen Bries, Wikke, Naomi, Lutijn en vele anderen proberen hun eiland te bevrijden uit de macht van Algas, dat Walcheren heeft ingenomen en er met dogbots, mechanische paarden en grote luchtschepen één grote Algenfabriek van wil maken. Alle fruitbomen worden gesloopt en de inwoners gedwongen om in de fabrieken te werken. Als de toestand uitzichtloos lijkt, komen de vier dappere kinderen en hun conciërge in actie. Met de hulp van AI proberen ze binnen te dringen in het bedrijf. Hoe zal het met hen en Walcheren verder gaan ….
Wat het boek voor mij zo meeslepend maakte, is dat het verhaal verteld wordt vanuit de verschillende standpunten van de vier kinderen en de moeder van Naomi. Dat maakt dat je voortdurend flarden meekrijgt met wat er gebeurd is. Je wil steeds meer weten, maar komt dan weer terecht in een ander heel belangrijk stuk, waar je ook meer van wil weten. De lijnen kruisen elkaar voortdurend, de hoofdrolspelers komen vaak elkaar maar handelen ook los van elkaar en dat zorgt voor een waanzinnig leestempo. Het web dat Marco Kunst op die manier weeft is beklijvend. Je blijft uiteindelijk verbaasd over hoe alles blijkt te kloppen. Komt daarbij dat ook de omgeving indrukwekkend beschreven wordt, wat een krachttoer is bij sciencefiction. Dat de mogelijkheden van AI boeiend in het geheel verwerkt worden, maakt het verhaal extra actueel. Kortom, een meeslepend en intrigerend toekomstverhaal.
Magela Thielemans