‘Er is een groot wit land, ergens.
Om het land ligt een grote witte zee.
Er zijn alleen maar witte dieren …
Zo begint dit prentenboek, hoewel ik het niet zomaar een prentenboek zou noemen, maar eerder een kunstboek.
De auteur neemt ons mee in de magische witte wereld van Witje. Zij woont in dit witte land, in een groot wit huis. Ze woont er samen met haar witte zus, een witte vogel en een witte kat. En in het huis hangt een wit schilderij van een huis in een wit land en in dat huis droomt Witje van weer een schilderij van een wit huis in een prachtig nieuw wit land.
Het verhaal doet denken aan Russische Matroesjka’s, poppetjes die perfect in elkaar passen en waarbij je telkens een kleiner poppetjes te zien krijgt. Alleen wordt hier de wereld van Witje steeds groter. Maar eigenlijk is het verhaal op zichzelf niet zo belangrijk in dit boek. Het gaat vooral om de sfeer die gecreëerd wordt door de auteur en de illustratrice samen.
De tekst is pure poëzie rond het woord wit en wordt naadloos aangevuld door de prachtige, ingetogen tekeningen. Je merkt in de tekeningen dat wit nooit zomaar gewoon wit is. De kleur wit kan alle kleuren en vormen aannemen.
Een breekbaar boekje om rustig, stilletjes en uitgebreid van te genieten. Het is een boek om vast te nemen, weg te dromen, even weg te leggen en dan terug op te nemen en te filosoferen over de wereld en de dingen rond je heen.
Lut Vanderaspoilden