Drie dagen voor kerstmis wordt Eva aangereden door een auto. De chauffeur stopt, dooft de lichten van zijn wagen en laadt snel de zwaar beschadigde fiets op. Dan rijdt hij weg. Het meisje blijft zwaargewond achter. Als Eva in het ziekenhuis ontwaakt uit de diepe coma is haar leven voorgoed veranderd. Ja, ze leeft, maar niets is zoals voorheen. Haar linkerarm en een deel van haar gezicht zijn verlamd. Door hersenbloedingen werken haar hersenen niet goed. Daardoor gaat het spreken moeizaam. Als ze na een aantal operaties het ziekenhuis mag verlaten kan ze niet meteen naar huis. In ‘Pulderbos’ wacht haar een lange revalidatie. Met veel wilskracht leert Eva opnieuw lopen en oefent ze allerlei vaardigheden. Ze wordt zelfstandiger maar haar toekomstdroom om kunstgeschiedenis te studeren moet ze opbergen. Eva beseft dat ze het leven zoals het nu is moet leren aanvaarden. Gelukkig krijgt ze steun van haar lotgenoten. Sommigen zijn er erger aan toe, en toch kunnen ze blij zijn om eenvoudige dingen.