Wat is er meer geschikt voor een kleurrijk prentenboek dan tropische vissen? Dat zal Jarvis gedacht hebben toen hij Tropische Jopie vorm gaf. Het boek opent met een wervelend beeld van Koraalstad, waar de meest oogverblindende tropische vissen van de hele oceaan leven. Hij laat meteen een hele school voorbij zwemmen.
Het kleurrijke spektakel wordt ook goed weergegeven in de klankrijke vertaling van Jesse Goossens: ‘Flonkerend en flitsend glansden en gleden ze in grote kleurige golven’, een plezier om voor te lezen. Als je de pagina omslaat, zie je pas Jopie. Hij is allesbehalve oogverblindend, hij is gewoon blauw. Dat maakt zijn vrienden Katja de Krab en Zeno de Zeeslak niets uit, samen spelen ze allerlei spelletjes, zoals dolfijntje duiken, haast-je-haaitje en visstoppertje, Jopies lievelingsspel.
Dat levert meteen een leuke zoekplaat op. De tropische vissen laten Jopie echter links liggen, ze vinden hem suf en saai. Jopie is er het hart van in en heeft er alles voor over om met de prachtige vissen te kunnen zwemmen. Als het hem uiteindelijk lukt, komt de gevaarlijke Adje Aal eraan en die zorgt er ongewild voor dat de tropische vissen Jopie nemen zoals hij is, waarbij hij hen leert wat hij het beste kan. Ook al denk je dat je heel gewoon bent, iedereen is op zijn of haar manier bijzonder. Jarvis werkt deze belangrijke levensles eenvoudig maar kleurrijk en overtuigend uit.
Jan Van Coillie