Toda wordt naar haar moeder in het buitenland gestuurd. De reis is avontuurlijk en gevaarlijk, maar Toda is een doorzetter. Ze is vastbesloten haar moeder te vinden. Toda moet haar moeder in een veiliger buurland zoeken, want er wordt gevochten in het land waar zij, haar vader en haar oma wonen.
Haar oma bewaakt hun huis tijdens de strijd. Voor de gevechten was Toda’s vader banketbakker. Maar nu heeft hij volgens Toda een carrière als struik. Ze heeft namelijk de plaatjes in het handboek Wat Elke Soldaat Moet Weten van haar vader bekeken. Daarin kon ze zien hoe hij zich met takjes en bladeren kon camoufleren of verkleden als struik, zodat niemand – en zeker de vijand niet – hem nog herkent…