De schemering, de tijd tussen licht en donker, speelt in vele legendes en verhalen een magische rol. In ‘Schemerwoud’ krijgen we 10 verhalen over dieren, met als rode draad beertje Boet. Hij begint het verhaal in het ogenblik tussen de schemering van de vallende avond en het duister van de nacht. Maar hoe kan je weten of het nu valavond of ochtendschemering is, vraagt hij zich af. Op de eerste bladzijden van het boek geeft een dagvlinder een aanzet tot antwoord. Het boek eindigt met het antwoord van een nachtvlinder. Tussendoor ontmoet Boet een heleboel dieren in het woud. Dieren met elk een kleine of grote eigenaardigheid. Maar iets hebben ze allen gemeenschappelijk: ze zitten vast in een bepaalde gewoonte, een stramien of een denkbeeld. Sommigen raken hieruit met een beetje hulp van Boet, anderen blijven vast steken.
Beer Boet gaat met de meeste van de opgevoerde dieren in dialoog. Daardoor zijn de teksten kort en duidelijk. Af en toe brengt een beschrijvend verhaaltje afwisseling. Het boek eindigt met een poëtische ode aan het slapende woud, de sterren en de nacht.
De illustraties van Anne Vasko brengen een dromerige sfeer in het boek. Ze beeldt het woud uit met vlekken, penseelstreken, stippen waarop de collages van dierenfiguren goed tot hun recht komen. Elk van de 10 verhalen krijgt een eigen kleurenschakering en toch zijn alle kleuren op elkaar afgestemd en brengen ze een rustige eenheid in het boek.
Schemerwoud is een boek om stil van te genieten en achteraf na te denken over de herkenbare denkbeelden, die niet enkel bij dieren voorkomen.
Lut Vanderaspoilden