Sommige boekentitels trekken meteen de aandacht. Dat gaat in elk geval op voor het nieuwe boek van Jan Paul Schutten, die naam maakte als auteur van originele, literaire non-fictie als Het raadsel van alles wat leeft – en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel (2013) of Het mysterie van niks en oneindig veel snot (2018).
De schutbladen zijn bedrukt met een soort post-its met tekstjes die meteen een idee geven van de aanpak en de verscheidenheid aan thema’s: ‘Omgaan met verlegenheid’, ‘Cyberpesten’, ‘Eenzaamheid is gevaarlijker dan je denkt’, ‘Taste the rainbow’… Zodra je het boek openslaat, valt meteen ook de eigentijdse vormgeving op, met veel elementen uit graphic novels als stripverhalen, tekstballonnen, tekstkaders en lijstjes.
Het boek is ingedeeld in 9 hoofdstukken, beginnend met ‘Jij’ en eindigend met ‘Geluk’. Als in een rollercoaster tuimel je over korte, informatieve tekstkaders, lijstjes met tips, fictieve ingezonden brieven, levenslessen in stripvorm en weetjes die nu eens verrassen en dan weer amuseren of choqueren. Het openingshoofdstuk bijvoorbeeld lijst ‘vijf grote misverstanden over tieners’ op, drukt een ingezonden brief af met als titel ‘Waarom schaam ik me dood voor mijn ouders’, laat in stripvorm ‘de perfecte eyeroll zien’ en bevat een test om uit te maken of je intro of extra bent.
De openingszin van ‘Jij en je vrienden’ is typerend voor Schuttens stijl: ‘Leuk is anders, maar we lijken meer op naakte molratten dan op tijgers’. Je krijgt er onder meer tips hoe je nieuwe vrienden kan maken (en hoe niet). En je krijgt ook mee dat lachen en grappen maken ontzettend belangrijk zijn, misschien wel de belangrijkste toptip in het hele boek. ‘Jij en pesten’ begint zoals wel vaker in het boek met een soort geruststelling: pesten is van alle tijden en komt bij alle culturen en alle leeftijden voor. Je krijgt tips over wat wel en niet helpt bij pesten, interessante informatie over cyberpesten (in de vorm van een chat met een fictieve organisatie) en een boeiend experiment dat het overschatte belang verduidelijkt dat aan het uiterlijk wordt gehecht.
‘Jij en stress’ gaat niet enkel over verschillende soorten stress, maar geeft ook tips op basis van interessante onderzoeken weer, zoals de 90-seconden-bij-slecht-nieuws-regel. Ook ‘Jij en verslaving’ is een bijzonder relevant hoofdstuk, dat in kort bestek relevante informatie geeft over allerlei vormen van verslaving, met als belangrijkste tip ‘beter voorkomen dan genezen’. Een apart hoofdstuk gaat naar een bijzondere, eigentijdse vorm van verslaving: de smartphone. Meteen kun je een test doen: ‘Hoe erg is het bij jou?’. Bijzonder relevant is de informatie over verborgen apps op je telefoon en de commercie die achter influencers schuilgaat. Niet te missen zijn de zes tips om jezelf te beschermen ‘tegen onzin op sociale media’.
Het hoofdstuk over liefde, seks en gender maakt meteen duidelijk dat het heel beperkt is en waar je meer informatie kunt vinden. Tegelijk zijn de tips die wel worden gegeven prikkelend, zoals de ‘negen handige versiertips voor iedereen’ of de ‘gratis tip voor als je afgewezen wordt of als iemand het uitmaakt.’ Eveneens verhelderend is het antwoord op de vraag ‘Wat is normaal?’ en de uitleg bij ‘khbtiq+’. Speels en verrassend is dan weer ‘de overeenkomst tussen seks en een kopje thee’. ‘School’ focust vooral op tips om effectiever te leren en om te gaan met uitstelgedrag. ‘Geluk’ vormt niet zomaar het slothoofdstuk. Uiteindelijk is dat het waar alle mensen, jong en oud naar op zoek zijn. In een turbulente periode als de puberteit kan geluk vaak problematisch lijken, maar uitspraken als de volgende kunnen helpen om je persoonlijke zoektocht naar geluk richting te geven: ‘Om gelukkig te zijn heb je twee dingen nodig: je moet vrolijk zijn en je moet het gevoel hebben dat er alle reden is om vrolijk te zijn in het leven.’
Achter in het boek vind je onder ‘Tips en verantwoording’ de bronnen die de auteur gebruikte en organisaties die kunnen helpen als je met specifieke problemen zit. Interessant, maar voor Vlaamse lezers is het jammer dat enkel organisaties uit Nederland worden vermeld.
Kan dit boek zoals het woord vooraf belooft leren ‘hoe je van deze tijd de leukste van je leven kunt maken’? Dat valt te betwijfelen, maar natuurlijk geeft Schutten die zin mee met een knipoog. In elk geval kan het boek wel waarmaken wat de vorige zinnen beloven, het ‘geeft meer inzicht in jezelf en laat zien dat je niet de enige bent die met bepaalde problemen zit.’ Dat het dat doet in Schuttens levendige, speelse stijl en met Ringeldings frisse illustraties, maakt dat ikzelf dit boek ook graag als tiener had kunnen lezen. Maar wat het boek vooral de moeite waard maakt, is dat het tieners van vandaag aan het denken kan zetten over zichzelf en hoe ze in de wereld (willen) staan.
Jan Van Coillie