Kleine Sami, een witte poolvos, leeft een geborgen leventje bij zijn ouders. Wanneer papa en mama door een jager neergeschoten worden, verandert alles. Vlak voor haar dood, vertelt mama nog over een geheime schat die van dieren mensen kan maken. Ze geeft Sami een maansteen, die hem de weg zal wijzen naar de schat. Vanaf dat ogenblik verandert het leven van Sami totaal. Moederziel alleen moet hij op zoek. Gelukkig ontmoet hij onderweg niet enkel vijanden, maar maakt hij ook enkele goede vrienden.
Bij het lezen van dit boek, dacht ik aan een James Bond film. De auteur geeft je niet de tijd om te ademen. Calamiteiten, verschrikkingen en gevechten volgen elkaar op in ijltempo. Het goede nieuws is dat hierdoor het boek vlot leest. Voor mij mocht het boek echter wat minder gewelddadig zijn.
De rode draad doorheen het boek is de vriendschap die Sami opbouwt met enkele andere dieren die hij onderweg ontmoet. Met de mensen heeft hij een haat-liefde verhouding. Als kind keek hij vaak naar een leuk gezin in de buurt en droomde hij ervan om een mens te worden. Maar een jager doodt zijn ouders en onderweg doodt een wrede man een ouderpaar dat heel lief voor Sami is geweest. Hun baby blijft weerloos achter. Wil Sami nog wel écht een mens worden? Doorheen het boek wordt de hoofdfiguur versneld volwassen. Hij krijgt meer en meer zelfvertrouwen en neemt zijn vrienden mee in zijn avontuur. Nooit verliezen ze de hoop op een goede afloop en dat is mooi. De ontknoping zullen we helaas in dit boek niet te weten komen. Daarvoor moeten we wachten tot het volgende deel uitkomt. Jammer, want hierdoor is het verhaal onafgewerkt en blijft de lezer op zijn honger zitten.
Ondanks de vele verschrikkingen vind je ook mooie, poëtische passages in een rijke taal: “De lucht was een droevig soort lichtblauw met vage witte lichtstrepen erdoorheen, als iets wat je op het palet van een schilder zou kunnen zien.” (p. 53) De dieren debiteren ook veelvuldig rake quotes: “Als je een onvervulde droom hebt, moet je doorgaan. Je mag het niet opgeven” of “En onthoud goed: als je vertrouwen hebt, kan niets je in de weg staan.” (zegt de adelaar op p.83 en 84)
Al bij al is dit een vlot boek met een mooi thema, maar ik zou het niet aanraden voor wie niet van geweld houdt.
Lut Vanderaspoilden