In juni en juli 2014 vond het wereldkampioenschap voetbal plaats in Brazilië, het voetballand bij uitstek. Het Braziliaanse voetbal is speels en iedereen – zowel mannen als vrouwen – geniet ervan. Maar Brazilië is niet alleen een voetballand, het is ook een land waar de kloof tussen arm en rijk nog steeds groter wordt. En dat zorgt voor armoede maar ook voor geweld, vooral dan in de favela’s, de buitenwijken van de grote steden.
Gijs Wanders volgt in dit jeugdboek een aantal personages die oftewel slachtoffer zijn oftewel profiteren van deze chaos: een weeskind, een buurtwerker, een gefrustreerde politie-agent, een ontredderde moeder van een drugsdealende zoon… Die personages lijken zo weggelopen uit de negatieve nieuwsberichten die aan het WK voorafgingen. We lezen over favelabewoners die uit hun huis werden gezet, over opruimacties door politie-agenten, over criminelen die profiteerden van de grote geldstromen die het WK met zich meebracht.
Door zoveel personages te volgen, voelde ik me soms als een bezoeker die verloren gelopen was in de favela. Maar Gijs Wanders beschrijft met zijn vlotte pen heel goed de schijnbaar uitzichtloze situatie in de favela’s van Brazilië.