Kees de Boer kende ik vooral als illustrator in duo met Tjibbe Veldkamp (het hilarische ‘Maar eerst ving ik een monster’ of de reeks ‘agent en boef’). Het boek ‘prijskinderen’ schreef en illustreerde hij alleen.
Een vader prijst zijn kinderen van de ochtend tot de avond. Voor het geringste krijgen ze een prijsbeker: bord leeg gegeten, zandkasteel gebouwd, stil gezeten, … De prijsbekers stapelen zich op in het stapelbed van de twee kinderen, tot ze het beu worden. De bekers nemen alle plaats in en ze willen liever aandacht van hun vader dan een beker. Ze besluiten vanaf nu enkel nog stout te zijn.
De grappige tekeningen zijn een eerste blikvanger in dit boek. De bekers die papa uitdeelt, worden steeds groter en zijn ten slotte gevuld met massa’s snoep. Op de kleurrijke tekeningen is van alles te zien naast de hoofdpersonages: een computermuis met roze oortjes, de zwarte huiskat waarvan soms enkel het topje van de staart boven het gras uitsteekt of een witte papegaai die ook al een prijs heeft gekregen. De tekst is kort en kernachtig gehouden.
Prijskinderen is een boek met een duidelijke moraal: kinderen hebben meer nood aan aandacht en een dikke knuffel dan aan veel cadeautjes. Een goede reminder voor de ouder die het boek voorleest. Aan de kleuters gaat de boodschap grotendeels voorbij, vrees ik. Ik las het boek voor aan een groepje vierjarigen. Ze waren het met mij eens dat een dikke knuffel veel meer waarde had dan een zoveelste prijsbeker. Wanneer ik hen achteraf nog eens vroeg wat de papa dan beter had gedaan in plaats van een beker te geven, werd de knuffel niet meer aangehaald. Enkelen waren er vast van overtuigd dat een snoepje geven toch de ultieme beloning zou zijn.
Dit is dus een grappig voorleesboek met een duidelijke boodschap voor de voorlezende ouder.
Lut Vanderaspoilden