Pepita woont op een eiland in de Stille Oceaan. In haar zelfgebouwde boomhut staat een bed, een stoel met een tafel en een houten kast met 20 laatjes, in al die laatjes zitten pleisters. Al de dieren op het eiland kennen haar niet als Pepita maar als het pleistermeisje, want wat er ook gebeurt, Pepita is er altijd met de juiste pleisters, zelfs de dieren van het water krijgen er. Op een dag hoort ze iemand heel hard huilen, en meteen trekt ze eropuit, maar deze keer lukt het niet om het onbekende dier te helpen. Ook al plakt ze het vol pleisters, het grote beest blijft maar huilen.
Alle dieren proberen te helpen, ze bieden het onbekende dier van alles aan… maar niets helpt. Mooi is hoe de illustraties de bezorgdheid van de dieren uitstralen. En dan komt Kwal, hij weet precies wat er met Neushoorn aan de hand is!
Een origineel verhaal over alle vormen van pijn, Pepita kent alleen pijn die veroorzaakt wordt door vallen of stoten of ergens in trappen. Maar ze ontdekt nu dat er ook andere pijn bestaat die diep van binnen zit en daar helpen al haar pleisters niet tegen. Gelukkig weet Pepita nu ook precies wat wel helpt!
De tekeningen ogen speels en leuk met al die verschillende dieren met pleisters op hun lichaam, die pleisters zijn op elke bladzijde zeer aanwezig. De zachte kleuren maken de prenten aangenaam warm. Kortom, een heel fijn boek over je verlaten of niet welkom voelen. Een zachte, warme, pleistervolle aanrader.
Magela Thielemans