Paradijs vertelt het verhaal van Boas, een jongeman die in opdracht van zijn vader op ontdekkingstocht gaat in Azië. Dit doet hij niet alleen, maar in het gezelschap van vier biologen en twee gidsen. Zelf is hij niet zo heel erg geïnteresseerd in het leven in het oerwoud, maar zijn vader – als gerespecteerd wetenschapper – verwacht van zijn zoon dat hij stilaan een idee krijgt van wat hij met zijn leven wil doen.
Tijdens de trektocht door het oerwoud houden de biologen zich vooral bezig met het bestuderen van neusapen en steeloogvliegen. Twee lokale gidsen zorgen ervoor dat Boas en de biologen steeds de weg terugvinden naar het basiskamp. Zij vertellen ook allerlei legendes die de ronde doen over de berg die zich in de buurt bevindt.
Op een dag gebeurt er een mysterieus ongeval waardoor de twee gidsen noodgedwongen terugkeren naar hun dorp aan de rand van het oerwoud. De biologen en Boas blijven dus voor enkele dagen alleen achter in het oerwoud en moeten het zelf weten te redden zonder hulp van de gidsen.
In de loop van het verhaal kom je een aantal dingen te weten over het verleden van Boas. Bovendien gebeuren er nog meer mysterieuze voorvallen tijdens de afwezigheid van de gidsen…
Meermaals word je geconfronteerd met de vraag of de expeditieleden zelf langzaamaan gek worden dan wel of de legendes waar zijn. Zou de berg echt leven? Zou hij alle gebeurtenissen in gang zetten en wil hij van de vreemdelingen in het oerwoud af? Of speelt alles zich zelfs alleen maar af in het hoofd van Boas?
Paradijs leest heel vlot. Het taalgebruik is eenvoudig, waardoor je weinig moeite moet doen om het verhaal te begrijpen. Er worden hier en daar wel wetenschappelijke benamingen gebruikt aangezien het gaat om een wetenschappelijke expeditie, maar die worden steeds verklaard in de context of verduidelijkt met een synoniem.
Maar het blijft een mysterieus boek, en daarom is het misschien niet de meest geschikte lectuur voor mensen die houden van verhalen die op het einde volledig verklaard zijn zonder dat er nog ‘losse eindjes’ overblijven. Niemand lijkt na een tijd nog te weten wat waar is. Eén ding is zeker, namelijk dat niets meer zeker is. Ook als lezer word je tot op het laatste moment in spanning gehouden over hoe het nu werkelijk in elkaar zit.
Karen