De papa van Polle is gestorven. Alles is ineens zo anders: het is stil in huis, er komt bezoek, Polle en zijn broer gaan niet naar school. Zijn hoofd zit vol herinneringen. Polle denkt aan de leuke dingen die hij met zijn vader deed.
Naar de kermis gaan bijvoorbeeld en schaatsen. Hij denkt ook aan de tijd toen papa ziek werd. Eerst hoopten ze nog dat hij beter zou worden, maar later werd duidelijk dat dat niet zou lukken. Polle denkt ook na over de moeilijke vragen. Waar is zijn papa nu? Doet het pijn als je gecremeerd wordt? Blijft papa van ergens toekijken op wat Polle en zijn broer meemaken?