Misschien herinner je nog Oscar Cook, de jongen die na de dood van zijn moeder in het bejaardentehuis kwam wonen waar zijn vader directeur is. Oscar sloot er vriendschap met een stel oudere mensen die hem aardig hielpen toen zijn vader door een snood plan in de gevangenis belandde. Met de hulp van een fetisj reisde hij enkele jaren in de tijd terug en kon hij de gemene dader ontmaskeren.
In dit boek wacht Oscar een nieuw avontuur. Otto, een van zijn vrienden wordt belaagd door een zekere Zacharius. Die zet hem onder druk gezet om een wetenschappelijk geheim prijs te geven. Karel en Oscar proberen de chantage te stoppen. Zacharius wil immers niets minder dan een formule bemachtigen die doden tot leven kan wekken. Opnieuw moeten ze de hulp inroepen van de magische fetisj. Die stuurt Oscar en zijn vriendinnetje Stiene naar Ingolstadt, de plek waar Victor Frankenstein ooit leefde. Hij probeerde een mens te maken, maar het werd een monster: het monster van Frankenstein. Het is 1816 als ze daar belanden. Oscar en Stiene ontmoeten er Friedl, Gretgen en grootvader Grumpi, die hen logies en hulp aanbieden. Zo vernemen ze dat er een vloek rust op de stad: op korte tijd werden vier mensen vermoord. Vrij snel komen ze Victor Frankenstein op het spoor, maar helaas ook Zacharius die samen met hen naar het verleden reisde volgt diezelfde weg. Zullen ze erin slagen om de formule van Victor Frankenstein te vernietigen? Hoe kunnen ze Zacharius van zich afschudden? En kan Oscar eindelijk de droom opbergen om zijn moeder ooit weer levend terug te zien?