Ik geef het toe: ik heb een zwak voor de Duitse illustratrice Rotraut Susanne Berner. Ze betovert jong en oud door de naïeve vrolijkheid en de warme gezelligheid in haar illustraties.
Die vrolijkheid straalt niet alleen af van haar personages, maar steekt ook in de vele grapjes die je op haar prenten kunt ontdekken. In Ons huis onder andere Olivier met zijn hoedje van papier, de vleermuis die ondersteboven met één oog gluurt naar een gezel of de pop van Lene in dezelfde houding naast haar in bed. De gezelligheid spreekt vooral uit haar decors, in dit geval zowel uit het landelijke huis, waarin we een kijkje kunnen nemen omdat ze de muren wegliet, als uit de tuin vol bloemen, fruit en scharrelende dieren. Die dieren zorgen voor leuke zoekplaten. Waar zitten de vleermuizen op zolder, de papegaai van Nele, de ekster die een kers pikt, de kikker en de slak, de vos die in de vuilnisbak snuffelt of de uil die met fonkelende ogen in het duister staart? Ook dit typeert de boeken van Berner: er is altijd veel meer te zien op de prenten dan er in de tekst staat. De kijker/luisteraar wordt vanaf het begin al uitgenodigd om goed te kijken: ‘Het wordt nog maar net licht, maar er is al veel te zien.’ De dubbele ondertitel van dit groot formaat kartonboek, ‘Kijk- en voorleesboek’, is dan ook niet gestolen.
Jan Van Coillie