Het roodharige meisje Ondine siert de kaft van het boek met de gelijknamige titel van Benjamin Lacombe. Ze speelt dan ook het hoofdpersonage. Het begint verhaal begint met ridder Hans van Ringstetten die in een donker woud verdwaalt. Tot overmaat van ramp begint het heftig te stormen, maar gelukkig kan hij schuilen bij de oude visser Ulrich en zijn vrouw Eugenie. Wat als een kort onderdak in het armtierige hutje was bedoeld, werd een lang verblijf voor de ridder. De reden hiervoor is niemand minder dan Ondine: een eigenzinnig, uitzonderlijk mooi meisje dat het oude echtpaar onder hun hoede nam nadat ze hun eigen dochter door verdrinking hadden verloren.
De rest van het verhaal is even onstuimig als hun net ontloken liefde. De ridder wil graag in de hut aan het meer blijven, ver weg van de intriges, macht en wrok van het naburige koninkrijk; Ondine wil weg, weg van het meer en van haar pleegouders. De ridder wil graag met haar trouwen, maar zij verbergt een groot geheim over haar afkomst. Toch vertrekken de twee geliefden, getrouwd en het geheim onthuld, terug naar het koninkrijk. Eens terug aan de andere kant van het woud, doet een derde hoofdpersonage haar intrede: prinses Ursula. Zij is de aanstoker van weer nieuwe keringen in het kolkende verhaal…