Lissa is 17 en heeft kanker. Ze weet ook dat ze niet lang meer te leven heeft en is daardoor vastbesloten om de tijd die haar nog rest op een zinvolle manier te vullen. Maar hoe doe je dat als je wereld zo klein is geworden als de kamer waar je in ligt en de mensen die daar op bezoek komen? Gelukkig kijkt ze vanuit haar kamer uit op een straat in het drukke en bruisende Amsterdam. Ze besluit een ruiltocht te starten vanuit haar raam, dus gooit ze een muntje op straat.
Ellen wandelt op weg naar de nachtwinkel aan Lissa’s huis voorbij en raapt het muntje op. Zo stapt ze onbedoeld het gekke plan van Lissa binnen. Maar wat Lissa vraagt, om het muntje ergens te gaan ruilen, is Ellens grootste nachtmerrie. Ze heeft een hekel aan op straat komen in Amsterdam, omdat ze een grote wijnvlek in haar gezicht heeft, en bij het buitenkomen de starende blikken, het gefluister of zelfs de ongelooflijk onbeleefde verwijten helemaal beu is. De twee meisjes zijn overduidelijk complete tegenpolen, wat ook duidelijk wordt in hun visie op Amsterdam: “Amsterdam op zijn best. Ik hou van de beweging, van de constante stroom mensen die elkaar allemaal niet kennen maar allemaal onderweg zijn. Waarheen, geen idee.” (8) tegenover “Ik haat Amsterdam. Iedereen zegt altijd dat je in de stad zo lekker anoniem bent, dat niemand zich met een ander bemoeit. Maar dat geldt alleen voor de mensen die er normaal uitzien. Mensen die geen wijnvlek hebben die hun halve gezicht bedekt.” (14)
Maar Ellen gaat akkoord omdat ze Lissa vooral niet teleur wil stellen. In de nachtwinkel ontmoet ze Xavi en samen zetten ze de ruiltocht verder. Lissa had durf met hopen, maar is niet meer in de mogelijkheid om haar plannen uit te voeren. Ellen daarentegen kan alles doen wat ze wil, maar ze wil of durft niet. Net als met het ruilen, gaat Ellen ook telkens een stapje verder met meer durf. Wanneer Lissa’s levenslust begin te sputteren, heeft ze Ellen al voldoende aangestoken en haar enthousiasme doorgegeven.
Vanaf het begin van het verhaal is duidelijk dat Lissa’s tijd beperkt is en het einde nadert. Wanneer het over haar ziekte gaat, is het verhaal hard, bot, bruut en zonder verbloemen. Zo wil Lissa het ook zelf, maar tegelijkertijd zit er in de hele ruiltocht ook een vleugje geluk, iets magisch. Dit houdt het verhaal prachtig in balans. Door het uitgangspunt weet je al dat het verhaal hartverscheurend zal zijn, en triest. Maar het zit ook vol hoop, vol toeval en je gaat ook gewoon meeleven met de hele ruilhandel. Een prachtig verhaal om het jaar af te sluiten, en een klein beetje weg te dromen van een net iets mooiere wereld, en hoe die kan beginnen aan het vensterraam.
Barbara Artoos