Het valt op hoe in onze tijd vol toenemende onzekerheden sciencefiction een hoge vlucht neemt, ook in de jeugdliteratuur. Dat is geen toeval, de toekomst is immers aan de jeugd. In de Lily-reeks van Tom De Kock wordt deze laatste gedachte extra in de verf gezet. De zestienjarige Lily lijkt als presidente van de Nieuwe Unie de enige die (samen met haar vrienden) de mensheid van de ondergang kan redden die op hen afkomt in de vorm van de Storm, die alle leven op aarde onmogelijk zal maken.
Allicht zullen veel jonge fans van sciencefiction van dit verhaal smullen, ook al moeten ze daarvoor meer dan 400 bladzijden verorberen. Het boek bevat alle wezenlijke kenmeren van het genre: het brengt een mix van wetenschap en fictie door actuele technologie door te trekken naar de toekomst. Zo heeft Lily een xMind-implantaat in haar hoofd, de ‘slimste vorm van AI ooit ontwikkeld’. Deze ‘Wisper’ fluistert haar in moeilijke momenten in wat ze moet doen en heeft ook een lichamelijke verschijning. In de toekomstige wereld die De Kock schetst zijn er ook re-breathes, een vertifarm, nanobots, holocubes enzovoort. Telkens leggen die op een slimme manier de band tussen onze huidige wereld en een mogelijke toekomst.
Zoals alle sciencefiction houdt het boek een waarschuwing in: dit is wat er kan gebeuren als we verdergaan op de ingeslagen weg. Daarbij focust de Lily-reeks allereerst op de milieuproblematiek. Door de onophoudelijke vervuiling dreigt een milieuramp die de aarde onleefbaar zal maken. In dit derde deel breidt De Cock zijn maatschappijkritiek uit naar verschillende continenten, regimes en ideologieën. Op zoek naar een uitweg voor de dreigende Storm onderneemt Lily met haar kersverse echtgenoot Samuel en enkele vrienden een missie naar de ooit machtigste landen: Rusland, China en de VS. In Rusland blijkt één man zijn hele volk (en zichzelf) naar de ondergang te hebben geleid door de mensen te vervangen door robotten in een reusachtige Stalen Ster. China is geëvolueerd naar ‘anarchokapitalisme’, waarin alleen geld telt en alles verkocht wordt per opbod. En Amerika gaat ten onder aan religieus fanatisme, een religie die absurde regels oplegt en zorgt voor een intense vreemdelingenhaat.
Zonder twijfel is het een verdienste van het boek dat het de jonge lezers aan het denken kan zetten over verschillende bedreigingen voor de mensheid, zoals ongebreidelde zucht naar macht en geld, ondoordachte robotisering en religieus fanatisme. Maar de grootste aantrekkingskracht van het verhaal steekt toch in de spanningsopbouw. Er is op de eerste plaats de overkoepelende spanningsboog van de allesverwoestende Storm die eraan komt. De 35 hoofdstukken bieden een kroniek van die dreiging vanaf 1 jaar en 11 maanden tot 4 dagen ‘Tijd Tot Storm’. Er is ook de dreiging van de Britten die op elk moment de Nieuwe Unie kunnen binnenvallen. En er zijn vooral de cliffhangers op het eind van de hoofdstukken, die de lezer de adem doen inhouden om dan in spanning het blad om te slaan: hoe zullen Lily en haar vrienden kunnen ontsnappen aan de rakketten die bij hun vlucht uit de VS op hen worden afgevuurd, wat als hun luchtschip uit elkaar wordt gereten en Lily neerstort? Kan Lily, bedolven onder rotsen en aarde, het nijpende zuurstoftekort overleven? In die spanningsopbouw steekt De Cocks sterkte. Dat blijkt meteen al bij het begin van het boek. De proloog is een sterk staaltje van filmisch schrijven, waarbij de lezer danig ontregeld wordt: een jonge vader sterft na het eten van een stuk taart, waarop zijn vrouw en kinderen zijn lijk zonder verpinken dumpen. De bevreemdende scène krijgt later in het boek meer duiding. Het eerste hoofdstuk begint dan meteen midden in een actie, met Lily die met haar kompanen in een lift aangevallen wordt door een drone, wat life wordt uitgezonden, waardoor je als lezer als het ware meekijkt. Ook sterk is hoe de grote spanningsboog af en toe doorkruist wordt door andere verhaallijnen rond duistere figuren die Lily en haar plannen bedreigen vanuit de bergbunker Fort Tödi.
Ook al heeft Lily. Staal een sterke spanningsopbouw en een belangrijke boodschap, toch wist het me als literatuurliefhebber maar matig te boeien. Daarvoor krijgen op de eerste plaats de personages veel te weinig diepgang. Lily, Samuel, Lily’s vriendin Muffin maar ook alle anderen blijven te veel van papier, je krijgt te weinig voeling met hun angsten, twijfels, onzekerheden of zwaktes, waardoor ze je maar zelden echt naar de keel grijpen. Het pijnlijkst duidelijk wordt dat naar het einde toe, wanneer ze geconfronteerd worden met het nieuws dat de Storm elk moment kan toeslaan. Helemaal stereotiep is de typering van de slechteriken, in bewoordingen als ‘het zure, gemene gezicht van een heksachtige vrouw’, ‘akelig wit gebleachte glimlach’ of ‘Een oogverblindend mooie jonge vrouw met modellenmaten en een perfect geproportioneerd gezicht’, maar met ‘ijzige, doorzichtige irissen.’
Ook de plot is doorzichtig en weinig subtiel uitgewerkt. De reis met verschillende etappes waarbij Lily en haar kompanen telkens in een gevaarlijke situatie verzeild geraken en er ternauwernood aan ontsnappen, is op de duur al te voorspelbaar. De figuur van de ex-minister van Spionage die hen vergezelt en een valse slang blijkt te zijn, handelt al even voorspelbaar. Ook de uitvergrote ‘kwalen’ van de verschillende regimes zijn -hoewel allicht parodiërend bedoeld- zo oppervlakkig uitgewerkt dat ze vooral bestaande stereotypen en clichés bevestigen. De Russische dictator die zichzelf kroonde tot ‘tsaar Nicolaas’ blijkt een ‘zielig, stinkend, rattig mannetje’ dat Russische olie verhandelde om een harem te kunnen samenstellen van twintig ‘beeldschone meiden’ of ‘bloedmooie studentes’. Die ‘girlpower’ werd het mannetje fataal, ze vermoordden hem gruwelijk en hebben nu allemaal een baby aan de borst, gekozen uit een spermabank van overleden ‘Russische hotties’. China wordt geregeerd door de Grote Aandeelhouder en een Kwartaalvergadering van mannen in grijze pakken die enkel uit zijn op geldgewin. Voor het minste moet betaald worden en als je krediet op is, word je verminkt. Een van de Amerikanen klinkt als ‘een cowboy uit een oude film’ die tekeergaat tegen het ‘Chinees tuig’. De Amerikaanse militairen weten niet waar Europa ligt en de overgebleven jonge Amerikanen zijn allemaal opscheppers, leeghoofden en religieuze fanatici. In de Oval Office liggen stapels strips, een honkbalknuppel en veel ‘schiettuig’.
En dan is er nog de taal. Krachtige, beeldende zinnen als de volgende zou De Cock vaker mogen schrijven: ‘Ze hadden dit gesprek elke ochtend. Het was even uitgerafeld als de rest van dit etablissement, dit dorp, dit land.’ Nu vervalt hij te vaak in clichés, overladen zinnen vol adjectieven en een opgepept, populair taaltje. Een kleine staalkaart: ‘Hij smolt bijna ter plekke voor haar natuurlijke schoonheid. Ze liep breed lachend op hem toe en drukte haar volle rode lippen op de zijne.’; ‘De eeuwig verbaasde blik van de te vaak gebotoxte verslaggeefster’; ‘Het deken van hun presidentiële bed was een heel eind over zijn goddelijke lichaam naar beneden gegleden en de regelmatige ribbels van zijn torso gingen vredig op en neer.’ ‘Shit, shit, shit. Ze gaat boos zijn als ik te laat ben. Fucking persconferentie.’ Daar bovenop komen nog enkele storende taalfouten zoals ‘een fijnmazig geklost kant’ en ‘volledig beheersd door de Communistische Partij’.
Wie op zoek is naar een spannende sciencefiction roman die vlot leest en enkele uren zorgeloze ontspanning biedt met toch een paar belangrijke boodschappen, is bij Lily. Staal aan het juiste adres. Maar om een echt literair meesterwerk te schrijven, heeft Tom De Cock nog een hele weg te gaan.
Jan Van Coillie