Timon heeft een moeilijke vraag. Waar was hij toen mama een klein meisje was en in dat huis met de blauwe ramen woonde? ‘Toen was jij er nog niet’, zegt mama. Dat kan Timon niet geloven. Misschien was hij al een grote mens toen mama nog klein was. Of hij zat al in haar buik verstopt als een klein visje. Of ze wist gewoon niet dat hij er was.
Timon denkt na over dat gekke vroeger. Hij zoekt waar hij toen was. Misschien zat hij op zolder, waar het meisje mama niet durfde komen? Misschien was hij de mooie vis die mama ooit heeft gezien? Of de streepjespoes in de tuin?
Misschien was Timon de vogel die een liedje zong terwijl mama lag te dromen in het gras. Timon weet het zeker. Hij was er altijd al in haar huis. Hij was de muziek in de piano en de plant met de duizend blaadjes. Hij was gewoon overal !
Timon rent naar zijn huis, waar hij nu met mama woont. Hij moet het haar zeggen en hij wil haar een kusje geven. ‘Waar was ik voor ik geboren werd’ is een vraag die veel kinderen bezighoudt, zeker als een broertje of zusje op komst is.
Rinske Lemmens tekent de zoektocht naar antwoorden heel concreet. Siska Goeminne vond de juiste woorden bij de prenten. Ik was er altijd al is een pretentieloos schitterend boek waarin filosofie, woord en beeld moeiteloos hand in hand gaan.
Rita Ghesquiere