Een jongetje gaat samen met negen andere neefjes en nichtjes, op weekend met oma. Hij is de jongste van het gezelschap. Ze vertrekken op vrijdag in de oude rammelbus van oma op weg naar het huis van de reus, ergens in een bos waar ook mijnheer bordjes woont. Oma doet allemaal gekke dingen met de kinderen zoals op het dak zitten wanneer zij niet kunnen slapen in het bed van de reus; ontbijten met muizenkeutels, kikkersoep, pierenpudding, koeienvlaai, rattensmurrie en keverpoten; door een beek klossen; het boszwijn vermijden op de tocht door het bos; een vuur maken wanneer het tijd is voor de wolf; vuurdansen als wilde krijgers van opperhoofd oma; enge verhalen vertellen..
Op zondag maken ze een lange tocht richting wiebelboom, voorbij mijnheer bordjes naar het graf van opa en daarna eten ze nog een ijsje bij Helga met de groene tanden. Oma heeft geen geld bij zich, maar gelukkig kan je daar ook betalen met knars die op de bodem van het meer ligt.
Op zondagavond brengt oma hen terug thuis. Wat de kinderen allemaal gedaan hebben, mogen hun mama’s en papa’s niet weten. Dat blijft een geheim tussen hen en hun gekke oma.
Hier waakt oma is op de eerste plaats een fantasieverhaal. Het onderwatermonster dat in het meer zwemt waar de knars ligt, heeft duizend ogen en de spinnen hebben poten van een halve meter lang). Het boek gaat vooral over de warme relatie tussen oma en haar kleinkinderen. Bij oma kan alles: vies zijn, bang zijn, dapper zijn.
Ingrid Molderez en Gina De Vriendt (9 jaar)