Op een donderdag valt er een vreemd voorwerp uit de lucht. Alle dieren komen kijken en vragen zich af wat dit voorwerp wel zou zijn. Maar spin, die eigent zich het voorwerp zomaar toe. Blijft hij gelukkig met zijn buit?
Dit prentenboek valt op door zijn illustraties. Een veelkleurige knikker valt op in een prent die enkel uit grijswaarden bestaat. Alle volgende prenten zijn ook grijs, behalve de steeds weerkerende knikker en de groene blaadjes die geld voorstellen. Enkel de laatste prent is veelkleurig.
Het hele boek is getekend vanuit het perspectief van de kleine diertjes die in het gras leven. Het lijkt alsof je als lezer op je buik in het gras meekijkt. Dat maakt dit prentenboek leuk en verfrissend. Bovendien zijn de dieren en planten met veel zin voor detail uitgewerkt. De kinderhand die de knikker opraapt, daalt als een enorme bedreiging van bovenuit in het gras neer. Het laat de lezer de kans om helemaal met de kleine diertjes mee te leven.
Het boek gaat over het egoïsme en de hebberigheid van de spin. Hij eigent zich de knikker toe en bovendien vraagt hij nog veel entreegeld aan de andere dieren om het voorwerp te komen bekijken. Hij wordt er zowaar steenrijk door. Gelukkig komt boontje om zijn loontje en verdwijnt de knikker zoals hij gekomen is. Het brengt spin echter op een nog lucratiever idee.
Ik vertelde het boek aan 4-jarigen, maar vereenvoudigde de tekst wel. Door de taal en woordenschat vind ik het minder geschikt voor jonge kleuters. Al bij al een heel mooi getekend boek rond een thema waar je ook met jonge kinderen over kan doorbomen.
Lut Vanderaspoilden