Romy is een gewone tiener. Het studeren gaat vlot en ze heeft een leuke relatie met Seppe, een jongen uit haar klas. Niet dat die twee verliefd zijn, ze zijn gewoon maatjes en delen hun ‘zorgen’ met elkaar. De laatste weken maakt ze zich echt zorgen. Er hangt een vreemde, gespannen sfeer in huis. Romy vreest dat haar ouders uit elkaar zullen gaan. Dat is gelukkig niet zo, maar er is wel degelijk iets aan de hand. Mama heeft kanker en moet geopereerd worden. Alle vakantieplannen worden opgeborgen. Romy pendelt heen en weer naar het ziekenhuis en steekt thuis de handen uit de mouwen. Juist in die moeilijke periode krijgt ze extra aandacht van een knappe jongen uit een hogere klas.
Een lichtpuntje, ook voor mama die haar opgroeiende dochter dat stukje nieuwe toekomst van harte gunt. Het wordt dus een vreemde, ongewone zomer waarin Romy ontdekt dat de wereld complexer is dan ze dacht, een zomer ook die haar toekomst mee bepaalt.
Luc Descamps tekent de verschillende personages en wat hen overkomt levensecht. De angst na de diagnose en bij de verschillende ingrepen wordt goed weergegeven zonder te veel dramatiek. Het optimisme van mama en haar aandacht voor de leefwereld van Romy werkt aanstekelijk. Het verhaal van de eerste verliefdheid met alle onzekerheden zorgt voor een positieve noot en relativeert mama’s ziek zijn.
In de epiloog laat de auteur zien hoe het de verschillende personages verder vergaat. Die enkele pagina’s belichten de personages vanuit een originele hoek en de lezer ontdekt nog beter hoe sterk de impact van bepaalde gebeurtenissen op een mensenleven kan zijn.
Rita Ghesquiere