Ik herinner me nog levendig hoe gefascineerd ik als kind was door het sprookje ‘Van iemand die eropuit trok om het griezelen te leren’ van Grimm. Daar deed De schedel van Jon Klassen me meteen aan denken. In zijn nawoord leg de auteur uit hoe hij het volksverhaal uit Tirol ontdekte, erdoor gefascineerd raakte en er een eigen draai aan gaf.
Anders dan de klassieke sprookjes (‘Er was eens …’) begint het verhaal midden in de actie: ‘Otilla rende en rende …’ Ze loopt verloren in het bos en komt voor een groot, oud huis. Daar hoort ze een stem, die van een schedel achter een raam blijkt te komen. Die schedel nodigt haar uit om binnen te komen, maar enkel op voorwaarde dat ze hem wil dragen. Otilla bekent dat ze weggelopen is, op zoek naar ‘een plek om zich te verstoppen en uit te rusten.’ Samen lopen ze door de verschillende ruimtes van het huis, ze zetten maskers op en dansen samen. Otilla geeft de schedel zelfs te drinken en te eten (ook al vallen de stukjes peer dwars door hem heen: dit soort macabere humor kleurt het verhaal). Maar vooral verslaat het dappere meisje het geraamte zonder hoofd dat de schedel elke nacht kwam bedreigen. Het slot is er een vol warmte.
Het boekje valt op door het kleine formaat en de relatieve dikte (voor een sprookjesprentenboek). Bijna elke scéne wordt geïllustreerd, waarbij de illustraties veel meer ruimte innemen dan de tekst. De prenten van Jon Klassen doen echter veel meer dan zomaar uitbeelden, ze roepen door precies gekozen standpunten, perspectieven en kleurgebruik bijzonder veel sfeer op. De titel zet meteen de toon: de letters bestaan uit beenderen. Het begin van het verhaal oogt somber, met vooral zwart, grijs en vaalgroen, waarin enkel het oogwit van Otilla oplicht. Geleidelijk komt er iets meer kleur (bruin-oranje) door kaarslicht en vlammen, wanneer Otilla meer en meer het heft in handen neemt. In het slothoofdstuk domineren die kleuren, wanneer de warmte de kilte overwonnen heeft. Mooi is het beeld vanuit vogelperspectief waarin Otilla de schedel een stukje peer voedert.
De schedel is een sprookje voor iedereen die het griezelen wil leren, maar dan wel in de ‘veilige’ omarming van een boek dat door de hechte integratie van beeld en tekst een warm gevoel laat nazinderen.
Jan Van Coillie