Tomiko is als klein meisje vaak bang en eenzaam, waardoor ze bij het opgroeien steeds meer verlangt naar een andere wereld, een ander leven, weg van het verdriet. Dat is niet zo vanzelfsprekend, ondervindt ook Tomiko zelf. Ze maakt een reis door de wereld en een ontdekkingstocht naar zichzelf.
Kevin Sezgin is de creatieve vader van dit prentenboek. Hij verzorgde zelf het concept en de illustraties, gevoed door zijn eigen ervaringen en met een duidelijk internationale achtergrond. De Japanse invloeden zitten overal, van de subtiele keuze van het lettertype tot de Japanse tekens binnenin de kaft. Qua techniek kiest Sezgin voor wateroplosbaar grafiet, waardoor hij een fascinerende wereld creëert met zowel zachte overgangen als diepe schaduwen. Die zorgen ervoor dat Tomiko zichtbaar kwetsbaar is tegenover haar donkere, onheilspellende of zelfs kil aanvoelende omgeving. Het gebruik van enkel bruintinten versterkt de opmerkelijke sfeer en biedt alle ruimte voor het contrast met de belangrijke rode deur.
In de vlucht of zoektocht van Tomiko naar het licht, de warmte en veiligheid draagt ze de rode deur naar haar verleden steeds met zich mee. Het is meer dan waarschijnlijk dat de rode kleur ook geïnspireerd is door de Japanse cultuur, aangezien rood er geassocieerd wordt met verschillende betekenissen, waaronder opoffering, geluk en bescherming tegen kwade geesten. Voor Tomiko lijkt het alsof de rode deur haar tijdens de reis symbolisch beschermt tegen haar verleden, maar het is pas wanneer ze de deur opent en haar verleden erachter onder ogen ziet dat het ware geluk zich aanbiedt. Het verdriet van Tomiko was misschien wel al die tijd weggestopt achter de rode deur, maar het bleef haar achtervolgen en kreeg pas een plek wanneer ze klaar was om erover te praten met haar geliefde Noa.
De kracht van dit prentenboek zit niet alleen in het concept en het gevoel van de illustraties, maar absoluut ook in de synergie met de woorden van Saskia Goeminne, die de essentie pakt en de lezer met al wat levenservaring bij de keel grijpt. Zo schrijft ze over het tovervonkje dat in Tomiko zit en haar de weg helpt wijzen op moeilijke dagen wanneer ze zich alleen voelt of wanneer het donker of koud is. Dit beeld roept pure herkenning op voor iedereen die ook al zware dagen meemaakte en uiteindelijk kon putten uit een soort innerlijke kracht om toch door te blijven gaan. Daarnaast doet Goeminne dit prentenboek alle eer aan door mee te gaan in de Japanse cultuur. Zo betekent de naam Tomiko niet toevallig “geluk en voorspoed, de hoop op een gezegend leven”. Noa, bij wie Tomiko veiligheid vindt, betekent “rust en liefde”. Tomo, de baby van Tomiko en Noa, heeft de betekennissen “vriend” en “floreren”.
Er is geen twijfel mogelijk dat dit een krachtig prentenboek is voor kinderen en volwassenen. Het omvat emotie en herkenbaarheid, kan kinderen helpen met het geloof in zichzelf (en hun tovervonkje) en kan ook volwassenen de nodige troost of perspectief bieden. Sezgin en Goeminne zijn een sterk duo en hebben een inspirerende wereld gecreëerd voor iedereen die wat extra warmte en veiligheid kan gebruiken.
Debbie L’homme