De prins en de puinhoop is een eigentijds sprookje over een koningin die graag de touwtjes in handen heeft. Ze vindt van zichzelf dat ze alles goed doet en dat moet zo blijven. Zij regeert, zij wuift, zij knipt de lintjes door. Zo krijgt de jonge prins geen kans om het koningschap te oefenen. Op een dag gaat hij toch eventjes regeren, maar hij maakt er een puinhoop van. De koningin stuurt hem weg. Boos gaat de prins op de stoep zitten. Juist dan komt de familie Sloper aangereden met hun indrukwekkende sloopkraan. Ze hebben gehoord van de puinhoop. Slopen, zo vinden ze, kunnen ze goed. Vader, moeder en dochter Maxi Sloper willen meteen aan de slag in het paleis. Nu weet de koningin geen raad. Gelukkig vindt de prins een oplossing, al verloopt alles anders dan de koningin of de familie Sloper het verwacht hadden. De koningin heeft haar les geleerd. Ze zegt nooit meer dat de prins er een puinhoop van maakt. En voortaan mag hij oefenen om koning te worden. Prinsen moeten vaak heel lang wachten voor ze zelf aan de slag mogen. Maar dat is natuurlijk niet alleen het lot van prinsenkinderen. Ook andere ouders geloven vaak te weinig in het talent van hun kinderen. Ze denken ‘Zoals wij het doen is het goed!’ en dan is verandering niet aan de orde. Maar kinderen moeten de kans krijgen om te leren hoe ze het zelf moeten aanpakken en ook dat ze verantwoordelijk zijn voor hun daden. – Rita Ghesquiere –