Ik heb altijd al een zwak gehad voor eencelligen. Sinds de dag dat ik hun bestaan ontdekte, teken ik bij gelegenheid al eens een amoebe-achtige vorm op een papiertje. Mijn hart maakte dan ook een sprongetje toen ik vaststelde dat gelauwerd auteur Yvonne Jagtenberg er een heel kinderboek aan wijdde. Meer dan honderd luchtige en strak vormgegeven pagina’s met de eencellige Leo in de hoofdrol. Kan niet mislopen!
Al op de eerste pagina leer je dat Leo klein en bijna helemaal doorzichtig is en in de oceaan leeft. Daar leer je ook al dat Leo ongewoon is, omdat hij kan nadenken. Handige troef is dat natuurlijk voor deze eencellige, anders werd dit wellicht een wel erg saai boek. Zelfs met deze uitzonderlijke eencellige mét ‘hersen’-activiteit in de hoofdrol blijft het toch wat zoeken. We komen onderweg zeker wel interessante oceaandieren tegen, maar hun gesprekken met Leo doen soms toch echt wel wat te geforceerd aan. De ontmoetingen illustreren zeker zowel letterlijk als figuurlijk de weelde van het leven onder water, maar geven te weinig achtergrond om je echt over het zeeleven te informeren.
Je gebruikt dit boek dan ook beter als uitnodiging tot reflectie. Leo stelt zich namelijk geregeld wel vragen over het bestaan, wie hij is en de ander, waar de grens ligt tussen vrijheid en verveling, eenzaamheid en rust, verliefdheid en liefde. Die vragen stelt hij zich, eigen aan zijn eencelligheid, rechttoe-rechtaan, in korte zinnen en eenvoudige woorden.
Heerlijk! Ik ben zo vrij als een vis! Ik ben een vrije eencellige! Hij zwom een extra rondje, en nog één. Maar ineens hield hij stil. Hoe vrij ben ik eigenlijk, dacht hij? (p.74)
Grote vragen zijn dat, al zeker voor een eencellige.
Eline Zenner