Bing de kleine wasbeer wordt gepest door de andere dieren. Hij mag niet meespelen met de anderen. Papa en mama beer proberen hun zoontje te helpen. ‘Je moet de pestkoppen gewoon negeren’, zegt mama. ‘Bijt van je af en sla ze in elkaar’, vindt papa. Die raad houdt Bing alleen maar wakker. Gelukkig krijgt hij een idee. Hij neemt zijn blok kleefbriefjes en schrijft over elk dier iets op: ‘Jij bent sterk’ , ‘Ik vind je stoer’, ‘geweldig gewei’ of ‘je bent een slimmerik’. Die lieve briefjes plakt hij gewoon op hun buik. De dieren zijn verbaasd en vergeten gemeen te doen. Maar een stevige rukwind neemt de briefjes mee naar de mysterieuze Wondertuin achter het hek van de school. Daar blijven ze in een grote boom hangen. Plots valt een donkere schaduw over de speelplaats en ze horen een zware stem roepen ‘Van wie zijn die briefjes?’ Er verschijnt een grote draak en die vraagt gewoon of hij het vriendje van Bing mag worden. Want nog nooit hoorde hij zoveel lieve woordjes. Bing mag voortaan in de Wondertuin spelen met zijn nieuwe vriend. Ook de andere dieren mogen mee en sindsdien wordt Bing nooit meer geplaagd. Hoe zou dat nu komen? De briefjes van Bing pakt het onderwerp pesten op een creatieve manier aan. Niet de klassieke goede raad van papa en mama zorgt voor een oplossing, maar de creativiteit van Bing die zijn eigen oplossing bedenkt en de pestkoppen in hun waardigheid laat. Hij kijkt naar de positieve eigenschappen en bouwt bruggen. Dat hij de steun krijgt van een stoere draak helpt hem natuurlijk vooruit. Dit boek maakt in elk geval het onderwerp pesten bespreekbaar. Misschien zijn er wel in elke school stoere draken die de kleintjes op de speelplaats kunnen helpen om een plekje te veroveren.
Rita Ghesquiere