Lenny is twaalf en zit in het eerste jaar van de middelbare school. Daar wordt hij zwaar gepest en uitgelachen omdat hij zwaarlijvig is. Thuis is de sfeer helaas niet veel beter omdat het gezin nog volop leert om te gaan met het feit dat zijn oudere broer Frankie 284,9 km bij hen vandaan is. Wat daar de aanleiding voor was en waar hij juist is, wordt pas in de loop van het verhaal duidelijk, wanneer Lenny klaar is om erover te vertellen. Er wordt wel vaak genoeg op gehint om je nieuwsgierig te houden: ‘Maar mooi dat ik dat tegen niemand zeg. Niet na wat er met onze Frankie is gebeurd. Hij woont dan wel even niet meer thuis, hij blijft het grote idool van pa en ma.’ (12) of later: ‘En dan zegt ze iets wat voelt alsof er een sloopkogel in mijn maag slaat. Ze zegt: ‘Heb jij nog niet genoeg gedaan?’ (…) Ze meent het niet. Ik weet dat ze het niet meent. Toch doet het onwijs veel pijn.’ (65)
Feit is dus dat de sfeer op school en thuis verre van ideaal is, waardoor Lenny vaak spijbelt en vlucht naar een bankje in het park. Daar ontmoet hij op zekere dag Bruce, een dakloze man die in het park in een kamp van kartonnen dozen woont. Tussen Bruce en Lenny ontstaat een hechte vriendschap nadat Lenny ontdekt dat hij gemakkelijk zijn problemen met Bruce kan delen. Zo overtuigt hij Bruce om zich op school voor te doen als zijn vader, wanneer ze omwille van zijn spijbelgedrag bij de directrice worden geroepen. Lenny vindt in Bruce een luisterend oor en neemt hem ook steeds vaker in vertrouwen over de sfeer thuis en hoe hij zich daaronder voelt. Het is ook Bruce die het idee oppert om toch contact op te nemen met Frankie. Want Lenny’s ouders zijn daar dan wel faliekant tegen, Lenny voelt dat het hem wel enorm zou kunnen helpen.
Naast luisterend oor wordt Bruce ook een reisgezel, want na een positief antwoord van Frankie op zijn brief heeft Lenny een nieuw plan: hem gaan bezoeken, daar 284,9 kilometer verderop. Maar zo’n reis is onbegonnen werk voor een jongen van twaalf. Gelukkig wil Bruce wel met hem mee, en zorgt hij zelfs voor het nodige budget door samen met Lenny als straatmuzikanten op te treden onder de naam de Cardboard Cowboys. Dat wordt een enorm succes waarbij Lenny ontdekt dat hij niet alleen goed kan zingen, maar dat het publiek hem ook echt goed vindt en ze daar nog een hele hoop geld mee kunnen verdienen ook!
De Cardboard Cowboys is een prachtig verhaal dat start op een donker moment in het leven van Lenny. De ontmoeting met Bruce levert hem een vriend en een luisterend oor op en is een klein lichtpuntje in die donkere tijd. Samen gaan ze op reis, op bezoek bij Frankie, en tijdens die 284,9 km lange trip leert Lenny verschillende zaken. Het bezoek aan Frankie opent hem de ogen over de harde wereld daarbuiten. Onderweg beseft hij dat ook Bruce zijn eigen, even pijnlijke en diep emotionele verhaal heeft.
Wat ik hier zo mooi aan vind, is dat ze allebei leren van de ander. De omgang met Lenny is voor Bruce een stapje in het rouwproces om zijn vrouw en zoontje. Bruce leert Lenny dan weer het leven op een andere manier te bekijken en opener te zijn naar zijn ouders toe, waarna Lenny leert dat wat hij in zijn hoofd denkt, vaak niet strookt met de realiteit: ‘Omdat je misschien denkt dat iedereen het jouw schuld vindt.’ ‘Dat denk ik ook.’ ‘Maar ik niet Lenny. En pa en ma ook niet.’ ‘Waarom zeggen ze dat dan niet tegen me?’ (223) De donkerte in Lenny’s leven klaart op, en dat heeft Bruce zonder twijfel mee in gang gezet. Eenmaal terug thuis en alles uitgeklaard, laat Lenny de gedachten in zijn hoofd absoluut niet meer in de weg staan van wat hij wil doen en bereiken. Go Lenny!
Barbara Artoos