Zoethout

Onze recensie

Marita de Sterck ‘is terug’. Wie haar werk kent, herkent meteen haar eigen stem binnen de Nederlandstalige jeugdliteratuur: bij momenten teder en liefdevol en bij andere momenten rauw en ruw. Die combinatie steekt al meteen in de titel van het openingshoofdstuk: ‘Een wijk is een donsdeken. De babbelwijven, 2024’, met de ook voor haar typische mix van poëtische taal en volkstaal. Maar ze kleurt ook de kern van het verhaal rond de vreselijke dood van een kind dat zó sterk hunkerde naar liefde. Een kind dat door haar overbezorgde moeder van de harde wereld afgesloten werd en zichzelf uiteindelijk opsloot, terwijl het zo verlangde naar vrijheid en de kans om haar vleugels uit te slaan.

Dit intense, confronterende gegeven werkt de auteur uit in een zorgvuldig uitgebalanceerde plot, waarbij ze de gebeurtenissen belicht vanuit verschillende perspectieven die afwisselend een hoofdstuk kleuren. Het hoofdpersonage Amber raakt gefascineerd door de bevreemdende kindertekeningen die ze vindt in het arbeidershuisje waar ze intrekt. Beetje bij beetje komt ze te weten dat er zich vijftig jaar eerder in dat huis een vreselijk drama afspeelde, waarbij een kind verdween dat nooit teruggevonden werd. Bij het ontraadselen van het drama spelen de andere stemmen in het verhaal een belangrijke rol, waardoor alles zich als het ware ook voor de ogen van de lezers ontrolt. Er is de buurvrouw Cecile, waarvan de lezer vanaf het begin voelt dat die nauw betrokken was bij het drama. Beetje bij beetje ontdek je ook hoe complex haar relatie met het verdwenen meisje Sonja was. Dit is De Sterck op haar sterkst: die complexe emoties verwoordt ze zo fijngevoelig dat je als lezer intens meeleeft en ook meer en meer begrip krijgt voor de zwaktes van de personages.

Cecile wordt door de ‘babbelwijven’, zeg maar de roddeltantes van de buurt, meteen getypeerd als ‘zo zot als een draaideur’ en iemand voor wie Amber moet oppassen. De hoofdstukken vanuit die babbelwijven brengen kleur in het verhaal en doen nadenken over waarheid en verzinsel, feiten en roddels. In enkele hoofdstukken klinkt de stem van Sonja. Ze zijn gedateerd 1974 en geven de lezer een inkijk in het hoofd van het verdwenen kind. Dit perspectief is een sterke verhaalvondst. Het geeft je niet alleen een andere, kinderlijke kijk op de emoties en gedragingen van Amber, Cecile en haar moeder Nadia, maar helpt ook om de tekeningen die Amber vindt te interpreteren.

Amber leer je als lezer het beste kennen, niet alleen in de hoofdstukken waarin ze zelf aan het woord is, maar ook vanuit het perspectief van de andere personages. Cecile ervaart haar meteen als ‘een gevoelige ziel’. Een beeld dat versterkt wordt door haar collega en beste vriendin Elise, die haar typeert als iemand met ‘een peperkoeken hart’. Dat gevoelige, medelevende karakter typeerde haar al als kind, toen ze het als enige opnam voor een gepeste jongen, al bracht haar tussenkomst niet veel zoden aan de dijk (een passage uit haar leven die haar weliswaar typeert, maar in het gesprek met Elise iets te nadrukkelijk wordt ingelast).

Dat je als lezer de ervaring hebt met Amber mee de waarheid beetje bij beetje bloot te leggen, komt niet alleen door de puzzelstukjes die je vanuit de verschillende stemmen in het verhaal naast elkaar kunt leggen, maar ook door de goed gekozen motieven die alles als lijm bij elkaar houden. Op de eerste plaats zijn er Sonja’s kindertekeningen, met een bijzondere rol voor vogels (al symbool voor (gekooide) vrijheid), spinnen (als symbool voor de relatie tussen kind en over beschermende moeder zoals in de kunst van Louise Bourgeois) en huizen. Maar er is ook het motief van de deken, dat teugkomt in enkele sterke beelden, in ‘de wijk is een donsdeken’ uit het begin en contrasterend in de uitspraak van de wijkagent Flor op het eind: ‘soms is een wijk een loodzware deken, verstikkend log’.

Zoethout is zo’n verhaal dat je meteen naar de keel grijpt en na het lezen lang blijft nazinderen. Hoe die intense leeservaring werkt, verwoordt Sonja zelf in de slotzinnen van het boek:

Ik houd niet op. Wat blijft is wie ik ben voor wie over mij vertelt, van mij droomt, voor mij zingt, mij wiegt en troost.

Mijn verhaal wordt niet vergeten.

Mijn verhaal is niet alleen.

Jan Van Coillie

 

Nieuw

Thema's

Leeftijd

Auteur