Twaalfjarige Sara wacht in een jeugdrechtbank van Brooklyn op haar vonnis, nadat ze een computernetwerk gehackt heeft. Familie heeft ze niet en ze verblijft in het zoveelste pleeggezin. De toekomst ziet er somber uit voor Sara.
In de rechtbank maakt ze kennis met ‘Moeder’ die haar meeneemt naar Schotland. Daar mag ze deel uitmaken van de Britse geheime dienst MI6. Ze blijkt geselecteerd met vier andere kinderen uit alle werelddelen. Elk van de kinderen heeft een eigen specialiteit en een codenaam die refereert naar hun plaats van afkomst. Sara zal zich snel moeten integreren in de groep en erg snel bijleren. Heel binnenkort komt er immers een eerste grote opdracht op de wereldwijde jeugdconferentie voor het milieu in Parijs.
Dit boek leest uiterst vlot. Ik kon het slechts met moeite wegleggen toen ik eenmaal begon te lezen. Het boek is geschreven vanuit het gezichtspunt van een verteller/auteur. Af en toe springt hij even naar het verleden om ons te vertellen hoe elk van de spionnen gerekruteerd is. De vele dialogen houden wel de snelheid in het verhaal.
In het verhaal zitten een aantal belangrijke thema’s verweven: diversiteit (de spionnen komen uit alle werelddelen), talenten (elke spion is gekozen voor zijn eigen specifieke talenten), milieu (de dekmantel voor het spionnenkamp is een klimaatinstituut en de eerste grote opdracht gaat door op een conferentie voor het milieu). De auteur refereert af en toe aan personages uit de geschiedenis: Winston Churchill, Marie Curie, padre Benito Viñes of uit de film: Mary Poppins, Harry Potter, James Bond. De lezer leert ook heel wat termen bij: ‘Roskosmos’ is de Russische ruimtefederatie, ‘Cray XC40’ is de naam van een supercomputersysteem,… Maar we vinden ook leuke grapjes of spitsvondigheden: de grote opdracht heet ‘Operatie Willi Wonka’ met een knipoogje naar Roald Dahl. In Parijs slaan ze hun kamp op in hotel ‘Lions d’Or’ – in het Engels wordt dit ‘Lions’ door’. Het hotel heeft namelijk een geheime ontsnappingsroute. Tijdens de opdracht in Parijs komen de spionnen op heel wat bekende plekjes: Champs de Mars, Eifeltoren, de catacomben. Zijdelings wordt hierover wat uitleg verweven in het verhaal. Alle verwijzingen met uitleg vertragen echter nooit het verhaal, ze zijn er helemaal in opgenomen. De spionage-opdracht blijft als een sneltrein voort denderen in 37 vrij kort hoofdstukken.
Ik heb van dit boek genoten en twijfel er niet aan dat elke 9-plusser ook enthousiast zal zijn. Ik kan bijna niet wachten tot het najaar. Dan verschijnt immers deel 2.
Lut Vanderaspoilden