Alweer een verhaal over de Eerste Wereldoorlog, zou je kunnen denken. Ja, dit is een zoveelste oorlogsverhaal, en tegelijkertijd is het helemaal anders. Waarom?
Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van Joey, een paard. Als veulen komt hij op de boerderij van Alberts vader terecht. Albert is dolblij met het paard. Tussen hen groeit een wederzijds begrip, en al gauw zijn Albert en Joey onafscheidelijk: Ik wist dat ik een vriend voor het leven had gevonden, dat er meteen, instinctief, een band tussen ons was ontstaan. Maar buiten de boerderij gaat het er niet zo idyllisch aan toe, want de Eerste Wereldoorlog barst los. Albert en Joey worden weer gescheiden wanneer Joey wordt verkocht aan het leger. Daar begint voor het paard een hele reeks omzwervingen.
Joey komt terecht bij Kapitein Nicholls. In het leger zijn kapitein Nicholls en kapitein Steward onafscheidelijk. Daardoor staat Joey ook altijd zij aan zij opgesteld met Jamies paard, Topthorn. Het is Topthorn die hem op zijn gemak stelt: Mijn steun en toeverlaat was Topthorn, die van het begin tot het einde kalm bleef.
Na een offensief worden de paarden krijgsgevangen genomen door de Duitsers. Die brengen hen onder bij Emilie en haar opa. En dat doet hen heel wat: Topthorn en ik waren nu doorwinterde oorlogspaarden en dat hield ons misschien wel op de been [… ] maar er was meer: de hoop dat we die avond terug naar de stal konden en dat onze kleine Emilie daar dan ook zou zijn om ons liefdevol te verzorgen.
Maar zaken veranderen snel in oorlogstijd, en ze worden opgeëist door een voorbijtrekkende groep soldaten. Die zetten hen in om kanonnen te trekken. Ook de omstandigheden gaan er sterk op achteruit: Maar de gevechten leken steeds heftiger te worden en langer door te gaan, zodat we harder moesten werken […]. Thopthorn houdt het niet meer vol. Na diens dood is Joey helemaal uit zijn lood geslagen en dwaalt hij rond in het niemandsland. Daar wordt hij als bij wonder gevonden door Britse soldaten, die zich over hem ontfermen, en voor hij het weet, staat Joey weer oog in oog met Albert!