Wat een cover! De kop van Schoenbek staart je in close-up aan, met op zijn reusachtige bek en brede smile. Hij is dan ook Afrika’s vogel met de breedste glimlach.

Het verhaal focust echter niet op die glimlach, wel op de spot van de andere vogels met Schoenbeks rare uiterlijk. Hij heeft niet enkel een bek als een schoen, maar ook een kop die volgens Bonte Ijsvogel ‘zo groot als die van een walvis lijkt’, voeten met ‘maat boot’ volgens Kleine Zilverreiger en ‘allesbehalve sierlijke’, overmaatse vleugels volgens Afrikaanse Zeearend. Zo heeft elke vogel wel iets op te merken, telkens in contrast met hun eigen uiterlijk, waar ze flink over opscheppen. Tot … Schoenbek impulsief een heldhaftige daad stelt. Dan zingen ze plotseling allemaal een toontje lager en gaat het van ‘WAUW’ over ‘bedankt’ tot ‘sorry’. En Schoenbek? Die blijft onbezorgd door het moeras en het leven waden.

De waterverf illustraties van de Afrikaanse Piet Grobler focussen niet alleen op de kop van Schoenbek (met zijn brede glimlach en zijn pienter kijkend oog) maar ook op die van de andere vogels, van de zadelbekooievaar tot de Afrikaanse zeearend. Sterk is hoe hij door de stand van de bekken en de ogen allerlei emoties haarfijn weet neer te zetten, van zelfgenoegzaam over trots tot beteuterd en beschaamd. De tekst van Joukje Akveld bevat veel dialoog en vragen, wat hem erg levendig maakt en prettig om voor te lezen. Voor extra voorleesplezier zorgen de klankrijke namen van de vogels en de vele rijmen in de tekst, zoals in de volgende zin: ‘Zo verfijnd, zo petit, en dan dat kuifje achterop … De wijfjes staan in de tijd, allemaal willen ze een ei van mij.’

Een prima voorleesboek met een fijne boodschap en een onweerstaanbare hoofdfiguur.

Jan Van Coillie