Robin is 12 jaar. Zijn leven gaat het gewone gangetje: elke dag fietst hij met zijn Spaanse vriendinnetje naar school, en elke donderdag verliest hij met zijn klas de voetbalwedstrijd tegen de andere zesde klas. Elke vrijdag krijgt hij daarvoor verwijten naar zijn hoofd geslingerd van zijn vriend Boris. Nou ja, vriend…

Boris is een pester. Hij kiest liefst makkelijke slachtoffers uit: gevoelige mensen als Robin, mensen van vreemde origine zoals Robins vriendinnetje Xandra. Sinds Boris’ moeder thuis is weggegaan en hij alleen bij zijn vader woont, is Boris niet meer de vriend die hij ooit voor Robin was. Waarschijnlijk is de vader van Boris racistisch, en vindt Boris het vanzelfsprekend of misschien stoer om deze praat over te nemen.

Helemaal moeilijk wordt het als er een nieuwe jongen in de klas komt: Oscar. Oscar is van Afrikaanse origine en heel sportief, vriendelijk en intelligent. Meteen wil Robin vrienden met hem worden, maar Boris haalt hem daarom nog meer het bloed van onder de nagels. Zal hij moeten kiezen tussen zijn oude en zijn nieuwe vriend, of lukt het hem zijn oude en nieuwe vriend ook vrienden te laten worden? Misschien als Boris inziet dat Oscar een geweldige keeper is die hen eindelijk eens de wekelijkse wedstrijd kan doen winnen.