Voor het eerst uit logeren gaan … da’s altijd een beetje spannend en eng. Zal het meevallen? Hoe zal het slapen verlopen? Kan je er leuk spelen?

Suusje Eekhoorn logeert bij August Vos. August is een rustige ietwat verlegen jongen, Suusje een wervelende spring in ’t veld. Als dat maar goed gaat. Meteen bij het wakker worden sleurt Suusje August uit bed. Ze wil pannenkoeken bakken voor ontbijt, waarbij een pannenkoek op de snoet van August belandt. De hele dag door is Suusje hyperactief. Ze knoeit bij het verven, rijdt bij het fietsen door de plassen waardoor ze allebei modderig worden. Voor het slapengaan springt ze het bad in, waardoor de hele badkamer onder water komt te staan. Maar wanneer August een boek wil voorlezen voor het slapengaan, is Suusje al lang naar dromenland verhuisd.

De tegenstelling tussen de bedaarde August en de sprankelende Suusje is de kern van het verhaal. De lezer krijgt meteen sympathie voor de arme vos die meedogenloos door de eekhoorn uit zijn bed wordt gehaald. De hele dag is hij de pineut en als hij ’s avonds dan eindelijk kan glanzen als voorlezer, ligt zijn toehoorder al in slaap. Maar die tegenstelling maakt het boek ook grappig. Eekhoorn bedoelt het allemaal zo goed, maar door haar enthousiasme gaan de dingen mis. Het contrast tussen de twee karakters heeft duidelijk geen invloed op hun vriendschap.

Dit kartonboekje is bedoeld voor tweejarigen en ouder. De illustraties spelen goed in op de jonge  leeftijd van de toehoordertjes. Elke tekening beslaat twee bladzijden. Op een witte achtergrond zijn de personages sober uitgebeeld. Toch valt er genoeg te zien. Op de pannenkoekenprent zie je Vos rustig, maar vol verwachting klaar zitten voor de eerste pannenkoek. De eekhoorn is ijverig in de weer aan het fornuis. Rond het fornuis liggen nog de takken waarmee het vuur werd aangestoken en de deegkom met de bijhorende pollepel. De pannenkoek vliegt vrolijk vanuit de pan door de lucht, richting de verbaasde snoet van de vos.

De tekst bij de prenten is sober en bestaat voornamelijk uit de dialogen tussen de twee diertjes. Dit laat plaats voor de verbeelding van de peuter en voor een gesprekje over logeren. Door het formaat en de dikte van de bladzijden kan de jonge toehoorder ook zelfstandig nog even nagenieten van het verhaal.

O jee, een logé is een grappig en fantasierijk kartonboekje om een logeerpartijtje voor te bereiden.

Lut Vanderaspoilden