Eefje woont achter de dijk met haar ouders op een oude boerderij. Als ze op een dag naar de rivier wandelt, ziet ze aan de overkant iemand zwaaien, wie zou dat kunnen zijn?
De tweede verhaallijn focust op Steef. Hij woont met zijn familie bij de timmermansfabriek aan de andere kant. Ook hij gaat graag naar de oever van de rivier want daar staat een ijzeren mast waar hij in kan klimmen. Op een dag hoort hij een stem van de overkant. Daar staat iemand met een rode jurk aan, ze zwaait en Steef zwaait terug. Vanaf die dag stellen ze alles in het werk om elkaar te ontmoeten. Steef bouwt een vlot met de hulp van zijn vader en daarmee begint het avontuur. Als hij eindelijk het meisje aan de overkant ontmoet, worden ze dikke vrienden, ook al ligt de rivier tussen hen in.
Zo eenvoudig en pakkend kan een prentenboek zijn: spannend en soms grappig, meeslepend en om bij weg te dromen over de onbevangenheid van twee kinderen en over echte vriendschap, ook al staat er een rivier tussen de vrienden.
Magela Thielemans