Mijn moeder heeft mijn vader vermoord met een mes. Zo begint het verhaal van Jef. Jef is veertien en woont met zijn moeder Bekka en zijn zwakbegaafde zusje Iene in een flat op de vijfde verdieping. Jefs vader is dood, vermoord door Jefs moeder. Dat heeft zijn moeder hem verteld. Elke keer als Jef er meer over wil te weten komen en vragen stelt, klapt zijn moeder echter dicht. Jef vraagt zich af wat daar achter zou zitten?

Samen met zijn moeder zorgt Jef voor Iene, die het lichaam heeft van een zestienjarige, maar het verstand van een kind van drie. Tenminste, dat is wat de dokters zeggen. Iene zit in een speciale stoel, waarin ze vastgemaakt wordt met riemen zodat ze zichzelf niet kan kwetsen. Soms wordt Iene erg onrustig. Dan neemt Jef haar mee naar het flessenveld. Dat is een veld waar perenbomen staan waarvan de peren in flessen worden gestopt als ze nog klein zijn, zodat ze in die fles kunnen groeien. Die flessen worden dan gebruikt om speciale likeur in te doen. Jef en Iene genieten vooral van het geluid van de flessen als het waait. Iene wordt daar weer helemaal rustig van.

Op de elfde verdieping van hun flatgebouw woont zijn beste vriend Süleyman. Jef vindt Süley soms best vervelend, want hij is er altijd, zelfs als hij liever alleen wil zijn. Jef kan genieten van rust en stilte, terwijl Süley net niet tegen stiltes kan. Ondanks dat is Jef toch gehecht aan zijn vriend en heeft hij Süley even hard nodig als omgekeerd.

Jef heeft het erg moeilijk met de aanwezigheid van Harry, de vriend van zijn moeder. Als Harry er is, is alles anders. De hele sfeer in het appartement verandert. En daar kan Jef moeilijk mee omgaan. Dus gaat hij er helemaal niet mee om en doet net alsof Harry niet bestaat. Hij wil hem wegjagen, maar of dat zal lukken?