Miko en de zeeprinses van An Leysen is een kinderboek waarin prachtige tekeningen een exotisch sprookje illustreren. Het verhaal gaat over Miko, een arme Japanse visser, die met de verkoop van zijn visvangst zijn moeder verzorgt.

Op een mooie dag vaart Miko uit en vangt hij de prachtigste vis die hij ooit gezien heeft. Maar de vis kijkt zo bedroefd dat Miko haar uit medelijden vrijlaat. De volgende dag wordt Miko verrast door een zeeschildpad die hem uitnodigt bij de zeekoning, in diens onderwaterpaleis. De prachtige vis bleek immers de dochter van de koning te zijn, en als beloning mag Miko trouwen met de prinses.

Na het feest wil Miko terug naar de aarde, want daar hoort hij thuis. Zijn dorp is echter onherkenbaar veranderd omdat hij niet één dag, maar honderd jaar onder water gebleven is.

Van de prinses kreeg Miko wel nog een geschenk mee: een kistje waarmee hij alles kan wensen wat hij wil, zolang hij het maar niet opendoet, want dan verliest het zijn toverkracht.  Miko wenst zich een paleis én mooie kleren én prachtige dingen én nog zoveel meer: zo wordt hij de rijkste man van Japan. Dat maakt de keizer echter jaloers.

De keizer wil het kistje voor zichzelf en laat Miko naar het paleis komen. Daar probeert hij het kistje af te pakken van de vroegere visser, maar het kistje valt open op de grond en verliest zo al zijn toverkracht. Op de koop toe voelt Miko zich opeens een oude weerloze man worden.