Maria’s kleine ezel is een mooi adventsverhaal. In dit boek volgen we de zwangerschap van Maria en de tocht van Jozef en Maria naar Bethlehem. In de hoofdrol een kleine ezel. Maria ziet hem voor het eerst bij de bron waar ze water haalt. Hij is vuil en verwaarloosd en daardoor wat onhandelbaar. Maar als Jozef voor zijn zwangere vrouw een ezel wil kopen kan hij alleen de meest luie en vuile ezel betalen. Het koppige ezeltje heeft dus geluk.
Maria zorgt goed voor hem en de andere dieren heten hem welkom. Als Maria en Jozef op bevel van de keizer naar Bethlehem moeten is de kleine ezel een grote hulp. Hij draagt Maria en de bagage en zoekt met de hulp van een engel steeds de veiligste weg. Het wordt een wondere tocht, want ook de vogels uit de tuin van Nazareth reizen mee. Telkens als er gevaar dreigt krijgen de reizigers hulp. Zo bereiken ze veilig Bethlehem. Daar wordt het kindje geboren in een stal. De herders komen het begroeten. De kleine ezel is gelukkig dat hij over dit gezin mag waken en de vogels vliegen terug naar Nazareth om het blijde nieuw te melden.
Het prentenboek baadt in een sprookjesachtige sfeer. De dieren, de engelen zelfs de rovers met hun boze plannen spelen daarbij een rol. God beschermt het gezin van Jozef en Maria. Vooral Maria begint vol vertrouwen aan de grote reis. Ze gelooft dat God en zijn engelen hen beschermen en dat vertrouwen wordt niet beschaamd. Maria’s kleine ezel is een prachtig voorleesboek om samen met jonge kinderen op weg naar kerstmis te gaan.
Rita Ghesquiere