Het verhaal wordt verteld vanuit de ik-figuur: een kleine jongen die geen opa meer heeft, enkel een oma die in een rusthuis woont samen met andere oma’s en opa’s. De jongen wil ook graag een opa hebben, zoals zijn vrienden, en dus “verzamelt” hij opa’s in het rusthuis. Er steken heel wat unieke personages tussen! De ene opa kweekt allerlei groenten, maar lust ze zelf helemaal niet. De andere was vroeger dierentemmer in een circus en heeft een zeeleeuw in zijn bad. Nog een andere was ooit piraat en vertelt graag over alle schatten die hij op verre eilanden begraven heeft. Maar soms wordt de jongen moe van al die opa’s,…….

In dit boek maken we, samen met de kleine jongen, kennis met een aantal zeer grappige opa’s. Zij hebben elk hun eigenaardigheden, hun specifieke leefwereld en hun merkwaardig levensverhaal. De opa’s worden zeer leuk en met veel humor getypeerd, vanuit de beleving en de verwondering van de jongen. Ook de verwardheid van de oma wordt op een respectvolle manier en door de ogen van de jongen verwoord.

De tekeningen zetten de opmerkelijke personages en hun leefwereld extra in de verf. Ze zijn groot, vaak paginavullend, in felle kleuren. De meeste ogen erg druk, rijkelijk gevuld als ze zijn met allerlei voorwerpen. Kinderen vinden het leuk om alles te gaan ontdekken. De grappige opa’s hebben karikaturaal vertekende lichamen met een extreem klein hoofd. Alledaags zijn ze allerminst. Door de humor en de originaliteit kunnen ze zeker ook volwassenen bekoren.

Myriam Vanderzeypen