Midden in de nacht rolt Ei uit zijn nest en botst hij tegen een steen. Plots komen er twee pootjes, twee donkere oogjes en een snaveltje tevoorschijn.  Ei gaat op zoek naar zijn Mama ei. Onderweg ontmoet hij veulentjes, kalfjes en lammetjes. Maar ze kunnen hem niet helpen, want ze weten niet hoe zijn mama er uitziet. En er loert ook gevaar, in de vorm van een eierdief. Komt het goed met Ei en zal hij zijn mama vinden?

In dit prentenboek volgen we de zoektocht van een eitje, eigenlijk een kuikentje dat nog gedeeltelijk in een eierschelp zit.  Zoals Ei zich op een sublieme manier voorstelt aan de rups: “Ik ben Ei, maar er zit nog een verrassing in mij”. Het is een eenvoudig en leuk verhaaltje, met korte tekstjes en dialogen op rijm. Die geven een mooi beeld van het kleine eigenwijze ei dat goed bij de pinken is. Een schattig ei, dat er een beetje hulpeloos en verloren en tegelijk ook grappig uitziet, maar toch moedig doorzet. En dat  het hart van elke kleuter zal veroveren.

De paginagrote tekeningen, tegen een heldere achtergrond, met eenvoudige, duidelijke vormen, trekken alle aandacht naar de personages. Dit is een prima kijk- en voorleesboekje voor peuters en jonge kleuters, die nog niet toe zijn aan lange teksten. Het kan zeker een aanzet geven om samen verder te praten en te fantaseren over eitjes, kuikentjes, dierenmama’s, -papa’s en hun jongen.

Myriam Vanderzeypen