Kanton, 1770. Het zesjarige weesmeisje Yu werkt als hulpje in een bar. Ze struikelt over een krukje, het dienblad ontglipt haar en alle kommetjes met etenswaren belanden op de grond, behalve één. Wei ving het op met zijn voet. Yu is verbaasd over de behendigheid van Wei en vraagt hem uit. Zijn grootvader blijkt een meester in de krijgskunst van lucht en water. Vanaf dat moment zet Yu alles op alles om deze krijgskunst aan te leren. Ze heeft er ook echt talent voor. Deze technieken zal ze tijdens de rest van haar leven heel vaak benutten. Wanneer ze op negen jaar ontvoerd wordt door een piraat van bevelhebber ‘Gouden Draak’, komt haar leven in een stroomversnelling terecht en enkele jaren later wordt ze de schrik van de Chinese zee.
Dit boek is een dikke turf van bijna 600 bladzijden. Toen ik de eerste zeven bladzijden zag met een ellenlange lijst namen van de verschillende personages in het boek, gevolgd door 5 bladzijden met de uitleg van Chinese woorden en termen én twee bladzijden met maateenheden en tijdsmetingen, zakte de moed me een beetje in de schoenen. Maar toen ik eenmaal het boek begon te lezen, was ik verkocht. De auteur hanteert een aangename schrijfstijl en het verhaal is goed opgebouwd. De Chinese sfeer is aanwezig op elke bladzijde en de spannende momenten worden vlot uitgebeeld. Maar de vele vreemde namen en Chinese terminologie bemoeilijken het verhaal wel. Om me de beschreven scène goed te kunnen voorstellen, moest ik vaak terugbladeren naar de woordenlijst of de uitleg over tijdsmeting.
Het boek is onderverdeeld in acht delen. Elk deel komt overeen met een bepaalde leeftijd van Yu. We leren haar kennen als ze zes is, zien hoe ze ontvoerd wordt door een piraat als ze negen is en we volgen haar belevenissen tot ze zesenveertig is. Tussen de verschillende delen zit soms een groot aantal jaren, waardoor de verhaallijn wel even stokt of een deel van het verhaal verzwegen wordt. Soms voelt dit wat vreemd en onnatuurlijk aan en duurt het even vooraleer je weer helemaal in het verhaal ondergedompeld bent.
De allergrootste is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Ching Shih, een vrouwelijke piraat tijdens de Qing-dynastie in China, die het bevel voerde over de grootste piratenvloot aller tijden. Zoals de vorige boeken van deze auteur is ook dit verhaal dus gebaseerd op historische feiten. De lezer krijgt een boeiend en kleurrijk beeld van het leven in het China van de achttiende en negentiende eeuw.
Dit boek is een vlot geschreven historische roman, die van de lezer wel enige inspanning vraagt.
Lut Vanderaspoilden