Pikolino wil Zwarte Piet worden. Als nieuwkomertje moet hij nog alles leren en dat op korte tijd. De opleiding begint in de keuken, waar hij deeg moet kneden om dan pepernoten te bakken. De volgende dag moet hij aan de slag op de stoomboot, het dek schrobben, vlaggetjes ophangen en de letters bijschilderen. Maar ook hier werkt Pikolino alles keurig af.
Tijd dan om te sporten zodat hij straks op de daken kan klauteren. Daarna volgt het precisiewerk: keurig cadeautjes inpakken. Maar het moeilijkste komt nog. Pikolino moet de Sint helpen met zijn uitrusting. De jurk inzoomen, de staf laten glimmen en de mantel van de stomerij halen.
Op de laatste dag wordt de boot vol geladen. Doodmoe ligt de kleine Piet urenlang te woelen in zijn bedje. Geen wonder dat hij ’s morgens de wekker niet hoort.
Een ongeduldige kapitein wil zonder Pikolino vertrekken, maar daar is de Sint het niet mee eens. ‘Zonder hem vertrek ik niet. Hij is dan wel een klein ventje, maar toch al een hele Piet.’