Niels is een wat eenzelvige jongetje. Hij groeit op bij zijn moeder Simone die zich zorgen maakt omdat hij een slechte eter is en geen vriendjes heeft. Zijn kennismaking met meneer Bergmans, een astronoom die erg teruggetrokken leeft verloopt wat ongelukkig. Omdat zijn moeder deze oudere man, als de vader van haar jeugdvriendinnetje kent, ontmoeten ze elkaar opnieuw, het begin van een ongewone vriendschap.
Meneer Bergmans merkt vrij snel dat Niels een hoogbegaafde jongen is. Hij leert hem schaken, koken en weet hem te boeien met verhalen over wiskunde, wetenschap en sterren. Samen met Matthijs de autistische zoon van Meneer Bergmans vormen ze een vreemd trio. Niels bloeit helemaal open; hij haalt uitstekende resultaten op school en kan op jonge leeftijd naar de universiteit, waar hij in het spoor van zijn oude vriend natuurwetenschappen studeert. Het enthousiasme van zijn leermeester geeft hem vleugels. Maar alles verandert wanneer Meneer Bergmans iets onvergetelijks doet, weliswaar iets prachtigs maar de samenleving heeft er helaas geen begrip voor. Het leven van Niels, Matthijs en Meneer Bergmans neemt daardoor een onverwachte wending, maar hun liefde en vriendschap houdt stand.