Wij gaan op berenjacht van Michael Rosen en Helen Oxenbury. Misschien is het wel het bekendste prenten/voorleesboek aller tijden. Niet zo verwonderlijk dat het geparodieerd wordt. Wij gaan op spokenjacht bestempelt zichzelf in de ondertitel als ‘een verpletterende parodie’.
Wie het origineel van Rosen en Oxenbury kent, zal meteen de gelijkenissen en verschillen merken. Ook hier gaat een vader met drie kinderen en een baby op tocht, maar in plaats van op beren- gaan ze op spokenjacht. In plaats van door het gras lopen ze door een pompoentuin, de rivier is hier een moeras, de modder een tunnel enzovoort. De kijker kan zien hoe op elke plek een spook of monster hen begluurt, waardoor de vader en de oudste kinderen almaar banger worden. Alleen de baby (in eenhoornpak) lijkt zich kostelijk te amuseren. Net als in het origineel rent het gezinnetje op het einde de hele weg terug en duiken ze samen in bed, behalve de baby …
Ook de tekst is een variatie op het origineel, in dit geval op de vertaling van Ernst van Altena. Niet alleen de plaatsen worden aangepast, maar ook de geluiden: ‘zwieperdezwiep’ (3x) wordt ‘struikeldebrabbel’ (3x), ‘plenserdeplons’ wordt ‘sisserdespetter’, ‘flapperdeflop’ wordt ‘flapperdesluip’ … Ook hier voorleesplezier verzekerd doordat de kinderen dank zij de herhaling de klanknabootsingen snel kunnen mee zeggen. Wel klinken sommige geluiden in deze versie meer gekunsteld en zijn ze wat lastiger om voor te lezen (wat niet alleen komt door de combinaties van medeklinkers, maar ook door het ongelijke aantal lettergrepen). De vertaling had (ritmisch) ook in de rest van de tekst strakker gemogen, waarbij woordjes als ‘hoor’, ‘een beetje’ of ‘heel erg bang’ nodeloos zijn toegevoegd.
Verpletterend? Daarvoor hadden de zinnen en klanknabootsingen een strakker ritme mogen hebben en de illustraties origineler en minder stereotiep mogen zijn. Maar zeker voor wie het origineel kent en van een beetje griezelen houdt is dit een leuk boek om als voorlezer en luisteraars samen op spokentocht te gaan.
Jan Van Coillie