Over Sinterklaas doen veel verhalen de ronde. Wat vaststaat, is dat hij altijd het goede doet, al jaren. In de oudste verhalen over hem is het meestal bitterkoud en er is bijna niks te eten, maar de problemen worden altijd opgelost. Er is sprake van meisjes die met goudstukken een toekomst krijgen van een slager die bloeddorstig is en van jongens die uit een ton met pekel worden gered.
Alle verhalen over de goedheiligman zijn doorverteld en op den duur is er in de verhalen veel veranderd. Soms zijn de goudstukken sinaasappels en pepernoten geworden, en soms heeft de man geen paard, maar wat wel blijft, is dat iedereen blij is als hij komt.
Een gure winterdag. Armoede, honger en drie bedelende meisjes. Moos, een mager paard, glijdt van de weg. De boer roept een slager om het dier uit zijn lijden te verlossen. Stiekem hoopt de slager op een gulle portie vlees, maar een mager paard levert geen vette billen. Toch stuurt de boer zijn drie zoontjes mee om het deel van de slager thuis te brengen. Maar de inhalige ontevreden slager stopt de jongetjes in een pekelvat. Het onrustige hart van de moeder, een schuldgevoel en verschrikkelijk visioen waarschuwen de boer echter, die haastig op zijn schimmel de kinderen achterna rijdt. De drie bedelende meisjes die eerst door de boer en de slager werden afgewimpeld, wijzen hem de weg en krijgen als dank goudstukken. Hen wordt een magere thuiskomst bij een boze vader bespaard. En de boer en boerin worden herenigd met hun zonen. Eind goed al goed. Even later zit het hele gezin samen gezellig aan tafel. Maar wordt daar alweer aan de deur geklopt? Het was de wind die om het huis gierde. Hij sloeg met de luiken en liep met laarzen die hem te groot waren over het dak, maar dat kan natuurlijk niet, nee, dat kan natuurlijk niet.
In dit aparte sinterklaasverhaal van Bart Moeyaert lees je twee bekende heel oude volksverhalen of legenden over Sint-Nicolaas: het verhaal van de drie meisjes en de bruidschat, en het verhaal van de kinderen in het pekelvat. Geen cadeautjes en geen wonder dus in dit verhaal. Behalve dan dat de liefde het haalt en dat het leven sterker is dan de dood.
Al geldt dat jammer genoeg niet voor het paard Moos. De helden van het verhaal zijn hier dus niet Zwarte Piet of Sinterklaas, maar wel de ouders van de jongetjes die kunnen ontsnappen aan de kwade bedoelingen van de slager. En zijn onze ouders in het echte leven ook vaak niet onze grootste helden die ons behoeden van alle kwaad en gevaar?